Meer en meer krijgen we mensen die vragen wat ze kunnen doen tegen de walnootboorder. Walnootschilvliegen of walnootboorders zijn de laatste jaren ook in ons land in opmars. In 2015 werden ze voor het eerst gemeld in Nederland, in 2016 werd de walnootboorvlieg in België gesignaleerd. In Duitsland lijkt naast deze soort ook de zoete walnootboorvlieg (Rhagoletis suavis) actief.
Oorspronkelijk komt dit insect uit Noord-Amerika. Vanuit Zwitserland, waar het al sinds 1985-1990 voorkomt, heeft het zich over Europa verspreidt. In de jaren daarna werden ze aangetroffen in Italië, Slovenië, Kroatië, Duitsland, Frankrijk en tenslotte in 2008 in Oostenrijk.
Hoe ziet de walnootboorvlieg eruit?
De walnootschilvliegen (Rhagoletis completa) zijn in een volwassen stadium 4 tot 8 millimeters groot. Op de doorzichtige vleugels zie je drie zwarte banden waarbij de twee onderste banden een V of L vormen (afhankelijk van hoe je er naar kijkt). Opvallend is ook het gele rugschildje in de vorm van een halvemaan.
De walnootvlieg lijkt sterk op de kersenvlieg waarmee hij ook verwant is. Ze hebben een gelijkaardig patroon op de vleugels. De kersenvlieg (Rhagoletis cerasi) is maar 3-5 mm groot en vliegt vroeger. Ze hebben een oranje halvemaan schildje op de rug.
Levenscyclus van de walnootboorder
De walnootschilvlieg kent 1 generatie per jaar. De volwassen vliegen komen uit de poppen tevoorschijn tussen eind juni en eind augustus. De piek van de vlucht heeft plaats eind juli - begin augustus. De volwassen walnootschil vlieg kan nog tot in de herfst op vangplaten worden weggevangen.
Kort na het uitkomen, paren de vrouwtjes. 8 dagen na de bevruchting leggen ze 300 tot 400 eitjes af, net onder de oppervlakte van de groene schil van de walnoten. Gemiddeld worden er 15 eitjes per noot afgelegd. De larfjes leven in groep in de bolster. Een vrouwtje dat eitjes in een vrucht heeft afgelegd, laat daar een markeerferomoon achter wat andere vrouwtjes ervan weerhoudt om in dezelfde vrucht eitjes te leggen.
De maden komen na 5-7 dagen uit en voeden zich met het vlezige gedeelte van de schil. Ze zijn wit-geel van kleur. Er zijn drie larvestadia die worden doorgebracht in de walnootschil, dit duurt 3 tot 5 weken. Volgroeide larven zijn 6 mm groot en laten zich vallen op de bodem (al dan niet met bolster) waar ze verpoppen en overwinteren. De poppen zijn bruin van kleur en 3-4 mm lang.
Het jaar daarop komen de eerste vliegen weer rond eind juni uit. Sommigen komen niet uit en blijven 1 of 2 seizoenen als pop in de grond achter.
Worm in walnoot schadelijk?
We spreken van de walnootschil worm omdat de larven aan de binnenkant van het zachte gedeelte van de bolster eten. De schade is vroeg te zien aan de kleine putjes in de bolster, ten gevolge van de eierprikken van de vlieg. Later ontstaan aan de buitenkant bruin-zwarte vlekken. Na verloop van tijd wordt de bolster zacht en slijmerig. Gezien deze symptomen ook kunnen te wijden zijn aan bacteriebrand (een bacterieziekte) is het belangrijk om de bolster te openen en te kijken of er witte wormpjes aanwezig zijn.
De kleine beestjes in de walnoten brengen bij een normale of late plaag geen schade toe aan de noot zelf. Bij zware aantasting kan echter ook de notendop zwart worden en kan zelfs de notenpit worden aangetast. Afhankelijk van het tijdstip van besmetting en de variëteit kan het voorkomen dat de noten minder ontwikkelen of zelfs lege hulsel hebben.
Gezien de walnootschilvlieg een fruitvlieg is, worden enkel de vruchten aangetast en is er geen schade aan bladeren en takken zoals bij andere ziektes.
In Europa zijn de echte walnoot (Juglans regia) en de zwarte walnoot (Juglans nigra) het meest getroffen. In Amerika heeft men vastgesteld dat de walnootschilvlieg ook de perziken kan aanvallen.
Verschil tussen bacteriebrand en walnootboorder schade
- In beide gevallen verkleuren de bolsters zwart-bruin
- Bij bacteriebrand krijg je ook zwarte vlekken op de bladeren en de scheuten. Bij een sterke aantasting vallen de bladeren af
- Bij bacteriebrand gaan de walnoten zelf beschimmelen terwijl bij de walnootboorder de noten meestal onaangetast en nog eetbaar blijven
Hoe de walnootboorder bestrijden?
Chemische bestrijden van de vlieg is niet toegestaan. Als de larven eenmaal in de bolster zitten, is een bestrijding niet meer mogelijk.
Wat kunnen we wel doen?
- Gele vangplaten ophangen om de volwassen vliegjes weg te vangen zoals bij de kersenvlieg. Hang de vangplaten op 2-3 m hoogte en nooit lager dan 1.8 m. Ophangen van juni tot september. 1 tot 2 lijmplaten per boom. Bij een grote populatie aan walnootschilvliegen, leidt dit tot lagere aantallen en minder aantasting.
- Aangetast fruit vernietigen. Zo vlug als aangetaste vruchten aan de bomen worden vastgesteld of op de grond liggen, moeten deze worden ingevroren of verbrand. (niet composteren)
- De grond afdekken met een doek van begin juni tot eind september. Enerzijds om te voorkomen dat de vliegen kunnen uitvliegen, anderzijds om te vermijden dat de larven die zich op de grond laten vallen, ingraven om te verpoppen.
- kippen onder de bomen laten lopen tijdens dezelfde periode. Zowel de larven als de uitkomende volwassen vliegen zijn voedsel voor de kippen. De volwassen vliegen moeten hun vleugels nog eerst oppompen en uitharden vooraleer ze kunnen vliegen. Op dat moment zijn ze een gemakkelijke prooi.
- Het gebruik van de aaltjes Carpo-care en Felti-care geven allebei een reductie zowel op de hoeveelheid larven in de herfst als op de hoeveelheid volwassen vliegen in de zomer. In beide gevallen wordt een grondbehandeling met aaltjes uitgevoerd. De grondbehandeling moet in de loop van de maanden worden herhaald (tussen eind juni en eind september) gezien de spreiding van uitkomen en ingraving. De poppen zelf zijn niet meer gevoelig aan aaltjes.
Het planten van minder gevoelige rassen is de beste keuze
Uit onderzoek is gebleken dat volgende variëteiten onaantrekkelijk zijn voor de walnootschilvlieg: Ferjean, Geisenheim 26, Geisenheim 1247, Meylannaise, Parisienne, Rainuss Kläusler, Ronde de Montignac, Scharsch, en Sheinovo.
Rassen die in het algemeen meer resistent zijn tegen de walnootschilvlieg, andere ziekten en koude zijn: Fenor, Ferjean, Fernette, Parisienne, Rainuss Kläusler, Scharsch, Sheinovo, en Wirz