Vruchtbladroller

De vruchtbladroller is een kleine nachtvlinder van 2 cm die algemeen voorkomt in België en Nederland. De vruchtbladroller komt voor op allerlei bomen en struiken (o.a. liguster, sering) maar kan vooral in de fruitbomen grote schade aanrichten. Lees meer over de vruchtbladroller hieronder.

... Lees meer
3 producten
Foto-tabel Lijst
Sorteer op

Waar komt de vruchtbladroller voor?

Er zijn vele bladrollers actief maar de vruchtbladroller (Adoxophyes orana) is de meest schadelijke in de fruitteelt. De vruchtbladroller is een kleine nachtvlinder van 2 cm die algemeen voorkomt in België en Nederland. Zowel de mannetjes als de vrouwtjes zijn lichtbruin van kleur met twee donkere banden op de vleugels. De vruchtbladroller komt voor op allerlei bomen en struiken (o.a. liguster, sering) maar kan vooral in de fruitbomen grote schade aanrichten. Ze danken hun naam trouwens aan het feit dat ze zich met spinseldraden in een blad kunnen rollen om van daaruit te vreten aan de bladeren of vruchten.

Schade van de vruchtbladroller

Als de rupsen uit de eitjes komen, verspreiden ze zich over de bladeren waarvan ze oppervlakkig eten (skelet vreterij). Dit doen ze vanuit een vuilwit spinsel dat zich aan de onderzijde van de bladeren langs de nerven bevindt.

De meeste schade wordt aangericht doordat de larven van de vruchten vreten, meestal vanuit een opgerold blad dat ze vast spinnen aan de vrucht. Deze vraatschade beperkt zich tot een oppervlakkig vreten aan de schil maar leidt tot grote verkurkte plekken bij het uitgroeien van de vrucht.

Laat in het seizoen verkurkt de vraatschade niet meer waardoor het vruchtvlees zonder schil zichtbaar blijft. Dit vormt dan een invalspoort voor schimmels en bacteriën met verrotting van de vrucht tot gevolg. Bovendien worden hierdoor wespen aangetrokken.

De eitjes worden in hoopjes afgelegd en zijn geel van kleur. De rupsen kunnen tot 2 cm lang worden, de kleur van oudere rupsen varieert maar meestal zijn ze vuilgroen met een geelbruine kop. Jonge rupsen zijn lichtgeel met een donkere kop.

Waardplanten van de vruchtbladroller

Zowel de appel, peer, pruim als kers kunnen in de fruitteelt getroffen worden door de vruchtbladroller.

Wanneer vliegen de vruchtbladrollers?

De vruchtbladroller heeft normaal 2 generaties in ons klimaat. In warme zomers kunnen er ook 3 generaties voorkomen.

  • 1st generatie vliegt van juni (eind mei) tot half juli
  • 2de generatie vliegt van eind juli tot eind september

De tweede generatie richt minder schade aan dan de eerste generatie. Als de nazomer nat en koud is, zal de tweede generatie zonder veel schade overgaan naar het overwinteringsstadium.

De vruchtbladroller overwintert als rups, ingesponnen in de schors van de takken. Deze worden eind maart terug actief en gaan dan schade aanrichten aan de uitlopende knoppen en eerste bloesems. De schade van de vruchtbladroller kan worden verward met de wintervlinder.

Preventieve maatregelen tegen de vruchtbladroller

  1. Feromoonvallen hangen in combinatie met de feromooncapsule vruchtbladroller. Vanaf eind mei tot eind september moeten feromoonvallen worden uitgehangen om deze mannelijke nachtvlinders weg te vangen. De feromoonval wordt best 1 week voor de eerste vlucht opgehangen. Maar ook later uithangen, blijft zinvol om de populatie te drukken.
  2. Mezenkastjes hangen: mezen zijn verzot op de larven van de vruchtbladrollers en helpen zo de populatie in te dijken.
  3. Gebruik geen pyrethroïden want dit verstoort de mogelijke aanwezige biologie van dat moment. Van nature kunnen er sluipwespen (Trichogramma) actief zijn die eitjes leggen in de eieren van de bladroller waardoor deze niet meer kunnen uitkomen. Door het gebruik van pyrethroïden of chemische spuitmiddelen, worden de sluipwespen mogelijks afgedood.