Lees verder onder de afbeelding.
Wat zijn ritnaalden?
De ritnaald is een larve van een kever uit de familie kniptorren (keverfamilie Elateridae). Er zijn meer dan 70 inheemse soorten waarvan er een viertal schadelijk zijn. Het gaat om schadelijke Agriotessoorten. Een ritnaald wordt dus uiteindelijk een kniptor. De kniptorren doen geen schade aan gewassen. De larven van de schadelijke kniptor soorten vreten aan de wortels van diverse planten.
Hoe ziet een ritnaald eruit?
Ritnaalden worden 2 tot 2.5 cm groot. Ze zijn dun, gesegmenteerd en hard van structuur met een bruine kop en vooraan pootjes. De kleur varieert van geel tot koperkleurig, vandaar dat ze ook vaak koperwormen worden genoemd. Als ze net uit de eitjes komen, zijn ze maar enkele mm groot en wit-gelig van kleur. Ritnaalden gelijken op meelwormen.
De volwassen kniptor is een onopvallende kever van 1 cm lang en donkerbruin van kleur. Als ze op hun rug liggen, kunnen ze zichzelf met een ‘knipgeluid’ omhoog gooien waardoor ze terug op hun poten terecht komen. Vandaar hun naam kniptor!
Levenscyclus ritnaald
De kniptor wijfjes leggen van mei tot juli eitjes af in gras of dicht onkruid. Elk bevrucht vrouwtje kan tot 80 eitjes afleggen. Daarna sterven de volwassen insecten af.
Enkele weken na de ei-afleg komen de larfjes uit. In het eerste levensjaar zijn de jonge larfjes niet schadelijk. De larven leven 3 tot 4 jaar in de grond waarbij ze regelmatig vervellen. De duur is afhankelijk van het voedselaanbod. De totale ontwikkeling van ei tot kniptor duurt gemiddeld 4 tot 5 jaar.
Gezien ze meerdere jaren als larve in de grond verblijven, zijn er verschillende maten van koperwormen in de bodem aanwezig (variërend van 2 mm tot 25 mm). Verpopping gebeurt in juli en augustus op 10 tot 25 cm diepte in de grond. Het daaropvolgend voorjaar komt de kever bovengronds. Ze verblijven de volledige winter als pop of reeds als volwassen insect in de grond
Waar komt de ritnaald voor?
De ritnaalden komen voor in weilanden, grasvelden, percelen met een dichte onkruidbegroeiing, in granen- en maisvelden en in groentetuinen en gazons.
In moestuinen komen ritnaalden vooral voor als deze net ontgonnen zijn van grasland naar moestuin. Dit is logisch omdat de weide en grasvelden de uitverkoren habitat zijn van kniptorren om eitjes in af te leggen.
Ritnaalden leven in vochtige, humusrijke gronden en zijn niet bestand tegen uitdroging. Vooral het eerste jaar kunnen de jonge larven sterven als de grond te droog is.
Wat eten ritnaalden?
Jonge ritnaalden voeden zich met dood organisch materiaal dat zich in de grond bevindt maar eveneens met jonge wortels van kiemplanten zoals sla, biet, witloof, mais… Oudere larven vreten gangen in knol- en wortelgewassen zoals eetwortels, aardappelen, schorseneer of biet. Ritnaalden hebben een uitgesproken voorkeur voor aardappelen, wortelen en bieten maar bij gebrek aan deze nemen ze ook andere groenten.
Schade van ritnaalden
Schade van ritnaalden piekt vooral in het voorjaar en najaar. Dan komen de larven vanuit diepere grondlagen naar de bovenste bouwvoor om zich te voeden. In de winter kruipen ze diep in de grond om te overwinteren, in de zomer kruipen ze dieper in de bodem als het te droog is.
De jonge larven in het eerste levensjaar voeden zich met dood organisch materiaal en veroorzaken op dat moment weinig tot geen schade.
Vanaf het tweede levensjaar voeden de ritnaalden zich ook met jonge plantenwortels. Ze doorboren daarbij de wortels ter hoogte van de stengelbasis. Door die schade kunnen de jonge planten vervormen of afsterven. Meestal gaan de ritnaalden de rij af en krijg je een hele reeks in de rij die uitvalt.
Tip: zie je enkele plantjes in je moestuin verwelken? Graaf dan in de grond om op zoek te gaan naar de oorzaak!
In het najaar vreten de oudere larven gangen in wortels en knollen waardoor je veel oogstverlies hebt. De gangen zijn ongeveer 3 mm doorsnee. Ze laten er ook hun uitwerpselen achter waardoor de gangen een donkerbruine kleur krijgen.
De schade van ritnaalden is het grootst op percelen die net omgevormd zijn tot moestuinen, zeker als er voordien weiland of veel onkruid stond.
Behalve bij jou als hobbytuinder, zijn het vooral de landbouwers die veel last kunnen ondervinden van ritnaalden. In het voorjaar uitval van jonge plantjes, in het najaar aangevreten knol- en bolgewassen.
Ritnaalden in de tuin
Heb je plots moestuinplanten die van de ene op de andere dag afsterven, dan kan je last hebben van ritnaalden, aardrupsen of emelten. Hoe zie je het verschil?
Ritnaalden in aardappelen is één van de meest bekende fenomenen. Aardappelen zijn zowel bij het planten (de moederplanten) als nadien bij het groeien gevoelig aan ritnaalden. De aantasting is pas herkenbaar als de aardappelen gerooid worden. Hoe langer de aardappelen in de tuin staan, hoe groter de schade kan worden.
Ook in sierplanten komen meer en meer ritnaalden voor.
Preventie tegen ritnaalden
De beste preventie die je kan doen, is zorgen dat je bodem in orde is. Als je bodemstructuur goed is en je hebt een actief bodemleven, gaan ritnaalden minder een probleem vormen. Een goede bodem is in alle opzichten het belangrijkste en is voortdurend onze prioriteit. Dit geldt zowel voor moestuin, siertuin als het gazon.
Wil je meer weten over ons bodemverhaal?
Wat te doen tegen ritnaalden?
Ritnaalden vangen
Ritnaalden kan je vangen met de aardappeltechniek. Snij de aardappels in het midden door. Graaf de doorgesneden aardappels op verschillende dieptes in de bodem. Leg ongeveer twee halve aardappels per lopende meter. Steek stokjes waar je de aardappelen gelegd hebt. Ga na 10 dagen je vangst controleren. Behalve ritnaalden kunnen ook slakjes en emelten zich te goed doen aan rauwe aardappels.
Grondbewerking uitvoeren
In principe zijn grondbewerkingen niet goed voor het bodemleven en raden we dit ook ten stelligste af. Als je echter overschakelt van grasland naar moestuin, kan het zeer nuttig zijn om toch het eerste jaar een bodembewerking te doen als je last hebt van ritnaalden. De ritnaalden bevinden zich in de dode wortelzone van de graszoden waar ze zich voeden met het organisch materiaal. De graszoden zoveel mogelijk afvoeren helpt om de ritnaalden te verwijderen.
Controleer eerst met de aardappeltechniek of je ritnaalden hebt. Let op: deze proef geeft een goede indicatie maar sluit niet 100 % uit dat er geen ritnaalden aanwezig zijn.
Voorkom onkruidgroei
Gezien de kniptorren in het voorjaar eitjes afzetten in gras en percelen met veel onkruid, kan je best zorgen dat je moestuin onkruidvrij is. Dit kan je gemakkelijk verwezenlijken door te mulchen, wat trouwens essentieel is voor een actief bodemleven te stimuleren en de algemene bodemtoestand te verbeteren.
Meer weten over mulchen?
Natuurlijke vijanden van ritnaalden
Ritnaalden hebben veel natuurlijke vijanden. Hierbij denken we aan spitsmuizen, padden, mollen, egels, loopkevers, vogels en aaltjes.
Op je gazon en in je moestuin kan je ook tijdelijk de kippen vrij laten rondlopen. Als je de moestuingrond eerst los maakt met een woelvork, kunnen de kippen heel gemakkelijk de ritnaalden oppikken.
Feromoonval kniptor
Professioneel wordt een funnelval regelmatig gebruikt om de kniptorren te monitoren. De feromonen zijn verschillend naargelang de kniptorsoort. De twee belangrijkste soorten kniptorren zijn Agriotes lineatus en A. obscurus. Per 5 hectare worden twee funnelvallen van elke soort geplaatst. De vallen worden zoveel mogelijk in het midden van het perceel verspeid om vangst van buiten het perceel te beperken (bermen, bosranden, aangrenzende percelen). De vallen moeten minimum 20 meter van elkaar verwijderd staan.
De vallen worden voor 1 mei geplaatst en blijven zeker tot eind juni staan. De val wordt gedeeltelijk ingegraven in de grond. Het feromoon met een deel van de trechter steekt uit de grond.
Wekelijks wordt het aantal kniptorren per val geteld. Zo kan je vaststellen wanneer de piek in de vlucht van de volwassen insecten optreedt. Tijdens deze piek kan je spuiten met pyrethrum om de kniptorren te doden. Enkele weken na de piek zijn de meeste jonge larven aanwezig.
Als er minder dan 10 kniptorren per week per val worden gevangen, mag de monitoring eind juni beëindigd worden.
Met de feromoonval kan je de hoeveelheid kniptorren vaststellen en de populatie gedeeltelijk reduceren. Hoeveel kniptorren per val leiden tot economische schade is moeilijk te bepalen. Het aantal gevangen kniptorren toont geen rechtstreeks verband met het aantal ritnaalden dat in gevoelige gewassen zal voorkomen.
Hoe ritnaalden bestrijden?
Ritnaalden biologisch bestrijden doe je met aaltjes Carpo-care. Carpo-care bevat aaltjes die in de grond de larven van de kniptor gaan binnen dringen en vervolgens bacterieel vergiftigen. De aaltjes moeten aangegoten worden op de grond. De toepassing moet gebeuren bij vochtig weer en voldoende hoge bodemtemperatuur. (min. 12°C) Carpo-care werkt op de eenjarige larven maar niet op de oudere ritnaalden.
Wanneer aaltjes tegen ritnaalden gebruiken?
De jonge larven zijn gedurende het eerste levensjaar vatbaar voor aaltjes. Deze eenjarige larven behandel je het best in augustus-september, dan is de bodem goed warm. Vochtige en warme grond is nodig om een goede bestrijding te krijgen met aaltjes.
Oudere ritnaalden zijn niet meer gevoelig aan de aaltjes.
Meer weten over bestrijden met Carpo-care?
Ritnaalden of aardrupsen?
Overeenkomsten tussen ritnaalden en aardrupsen:
- Net als bij ritnaalden, gaan aardrupsen vooral voorkomen op percelen die voordien bedekt waren, zijnde met gras, groenbemesters of onkruid.
- Planten die in de grond zijn getrokken, wijzen op de aanwezigheid van aardrupsen of emelten. Ritnaalden doen dit niet.
- Ritnaalden zijn koperkleurig, aardrupsen hebben een grijs-bruine aardekleur.
- Aardrupsen houden het meest van sla, kolen en aardbeien waarbij ze het hart uit de planten eten. Ritnaalden voeden zich het liefst met aardappelen, wortelen en bieten. Beiden kunnen zich ook tevreden stellen met andere groenten.
Verschillen tussen ritnaalden en aardrupsen:
- Aardrupsen houden van warme, droge en lichte grond. Ritnaalden van vochtige grond.
- Planten die in de grond zijn getrokken, wijzen op de aanwezigheid van aardrupsen of emelten. Ritnaalden doen dit niet.
- Ritnaalden zijn koperkleurig, aardrupsen hebben een grijs-bruine aardekleur.
- Aardrupsen houden het meest van sla, kolen en aardbeien waarbij ze het hart uit de planten eten. Ritnaalden voeden zich het liefst met aardappelen, wortelen en bieten. Beiden kunnen zich ook tevreden stellen met andere groenten.
Emelten, foto van Jan en Wilma
Ritnaalden of emelten?
Zowel ritnaalden als emelten kunnen niet tegen droogte en leggen hun eitjes af in vochtige, humusrijke grond. Het liefst in grasvelden en gazons maar ook in moestuinen.
Beiden voeden ze zich met de jonge wortels en stengels die aan de basis worden afgegeten. Emelten trekken net als aardrupsen stukjes groene plantendelen in de grond.
Emelten hebben geen poten, ritnaalden wel.
Zowel emelten als ritnaalden worden aangetrokken door doorgesneden aardappels die je in de grond ingraaft. Kijk wat je vangt!!