Waar leeft de mol?
Je vindt mollen een beetje overal: in weilanden, bossen, boomgaarden en tuinen. Hij houdt niet van vochtige gebieden. In naaldbossen, moerassen en duinen zijn er bijna geen mollen te bespeuren.
De mol is een solitair dier, behalve tijdens de voortplantingsperiode. Hij leeft alleen in een welbepaald afgebakend territorium waar hij onder de grond een gangenstelsel graaft. Hij kiest daarvoor het liefst humusrijke, losse grond uit. Zijn territorium omvat ongeveer 400 m2. Het bestaat uit oppervlakkige gangen, de jaaggangen en een stelsel van diepe gangen waar de voedselvoorraad wordt opgeslagen, zijn nest is en de voortplanting plaats heeft. Bij oppervlakkige gangen wordt de grond een beetje ophoog geduwd maar het zijn de diepere gangen die de molshopen veroorzaken. Voor de diepere gangen is het nodig dat de grond letterlijk omhoog wordt gewerkt, dit geeft dan de ophoping van grond. De gangen kunnen tot 60 cm diep worden gegraven, afhankelijk van de grondsoort en het grondwaterniveau.
Mollen kunnen behalve graven, ook goed zwemmen en klimmen. De mol ziet slecht maar heeft een uitstekend gehoor ondanks dat hij geen uitwendige oorschelpen heeft. Hij heeft vooral goede tastzenuwen op zijn neus, zijn korte staart en aan zijn graafpoten die hem in het donker altijd de weg tonen.
Wat eet een mol?
Mollen eten wat ze in de ondergrondse gangen tegen komen. Het zijn echte insecteneters. Een mol heeft eigenlijk continue voedsel nodig, minstens 50 g per dag. Dagelijks eten ze de helft van hun lichaamsgewicht op. Het liefst en het meest eten mollen regenwormen maar daarnaast voeden ze zich ook met engerlingen en andere insectenlarven zoals emelten, larven van langpootmuggen. Ook duizenpoten, spinnen en zelfs naaktslakken staan op het menu. De mol eet niet alles direct op wat hij tegenkomt. Vooral regenwormen kan hij massaal opstapelen. Hij bijt de regenwormen dood en verzamelt ze in voorraadgangen voor schaarse tijden waarin voedselgebrek dreigt.
Mollen eten geen bollen of planten. Ze kunnen deze wel vernielen door hun graafwerk.
Nut van mol?
De mol eet veel insecten die normaal de wortels van je sierplanten of gras af eten zoals larven van taxuskevers, engerlingen en emelten. Al deze larven vinden ze super want ze zijn rijk aan eiwitten! Ze helpen je dus in je tuin zonder dat je gebruik moet maken van insecticides. Bovendien verluchten de mollen de ondergrond en zorgen ze voor een betere drainage.
Als je dus een mol op bezoek hebt, betekent dit dat je een goede tuingrond hebt: niet te droog, niet te nat en veel regenwormen of misschien engerlingen!
Net als alles in de natuur zijn de mollen een onderdeel van de voedselketen en dus essentieel om een tuin in balans te houden!
Natuurlijke vijand van de mol
De mol heeft verschillende natuurlijke vijanden met name bepaalde vogels en kleine zoogdieren. Roofvogels zoals de ooievaar, reiger, valk, uil en buizerd lusten wel een zacht molletje, evenals de vos, bunzing, kat en wezel.
De mol kan ook last krijgen van een parasiet met name de mollenvlo (Hystropsylla talpae). Ondergronds heeft de mol maar één vijand en dat zijn soortgenoten. De mol leeft alleen in zijn territorium als er geen jongen zijn. Andere mollen kunnen het territorium binnen dringen op zoek naar voedsel. Het gangenstelsel wordt daarom regelmatig per dag gecontroleerd.
Wat doet de mol?
We kennen allemaal de schade van de mol. Door zijn graafwerken wordt aarde omhoog geduwd en ontstaan er molshopen. Op zich hoeft dit niet schadelijk te zijn. Molshopen zijn een kort en tijdelijk fenomeen. Ze worden gemaakt bij de bouw van de ondergrondse gangen. Eénmaal de gangen zijn gebouwd, heb je geen last meer van molshopen. Tenzij je de mol hebt verjaagd en je en nieuwe mol op bezoek krijgt in de verlaten gangen. Verlaten molsgangen worden snel weer in dienst genomen door een andere mol.
De nieuwe mol zal de bestaande gangen opnieuw in orde brengen en bijkomende molshopen maken, wat terug zorgt voor overlast. Je kan de aanwezige mol dus beter tolereren dan verjagen, dan ben je sneller van de molshopen af!
De beste oplossing om molshopen te vermijden is preventief te werken. Dit doe je door je tuin zo onaantrekkelijk mogelijk te maken voor mollen. Ze houden van losse en humusrijke grond. Door veel bomen in je tuin te planten, gaan ze veel moeilijker gangen kunnen graven.
Molshopen in het gazon
De molshopen laten liggen op je gazon, is geen goed idee. Het gras onder de molshopen gaat daardoor verstikken. Wat we zelf altijd doen? We spreiden de aarde van de molshoop uit over het gras met een hark. Hiermee doe je geen schade aan de ondergrondse gangen en kan je gras gewoon verder groeien.
Daar waar je de grond verdeelt hebt over het grasveld, kan je tegelijkertijd wat wilde bloemen inzaaien zoals muizenoortje, kruipend zenegroen, ereprijs of handsdraf. Pinksterbloemen zijn ook leuk in het gazon maar vragen wel vochtige ondergrond. Bloemen in het grasveld zorgen voor meer biodiversiteit.
Tip: molshopen kan je ook opscheppen en verzamelen om nadien te gebruiken in een zelfgemaakt potgrondmengsel.
Mollen verjagen
Soms zit de mol op zodanige kwetsbare plekken in je tuin, dat je hem toch liever kwijt dan rijk bent.
- Met geluid en trillingen kan je mollen verjagen. Door een ultrasone verjager in de mollengang te plaatsen, zorg je voor blijvende trillingen. De mol zal daardoor zijn territorium verleggen.
- Mollen verjagen met een fles: plaats een glazen fles met de opening naar boven in de grond in een molsgang. Door de wind wordt een fluitend geluid geproduceerd wat mollen verjaagt.
- Bepaalde kruidenplanten zouden mollen afschrikken. Ik zelf heb hiermee geen goede ervaringen. Keizerskroon (Fritillaria imperialisà en kruisbladwolfsmelk (Euphorbia lathyris) zou de mol verjagen. De bollen van Keizerskroon en de wortels van Kruisbladwolfsmelk zou mollen op afstand houden.
Mollen bestrijden
Gezien mollen nuttig zijn en deel uitmaken van de voedselketen, raden we ten stelligste af om mollen te doden.
In Duitsland mag men mollen enkel nog verjagen met ecologische geurstoffen en niet langer doden. In Nederland en België mag men nog wel mollen vangen en doden.
Mollen vangen met een mollenklem is niet vanzelfsprekend en vraagt wat oefening. Je moet in eerste instantie de ondergrondse gang juist weten te lokaliseren.
Met de mollenklem kan je ook woelmuizen weg vangen.