Kastanjemineermot

De larven van de kastanjemineermot maken mijngangen in de bladeren van de paardenkastanje. Dit leidt tot bruinverkleuring van de bladeren en vroegtijdig afvallen waardoor de boom verzwakt en uiteindelijk kan afsterven. In de zomer lijkt de boom al in een herfstkleedje te staan.

Lees meer
... Lees meer
6 producten
Foto-tabel Lijst
Sorteer op
Kastanjemineermot

Waar komt de kastanjemineermot vandaan?

In 1984 werd de kastanjemineermot voor het eerst aangetroffen in Macedonië. Vandaar heeft het zich snel verspreid over heel Europa. Men vermoedt dat het motje oorspronkelijk niet uit de Balkan komt omdat daar geen natuurlijke vijanden werden gevonden. Van waar het motje precies afkomstig is, blijft nog een raadsel.

De eerste aantastingen van kastanjemineermot, Cameraria Ohridella, werd in Nederland gevonden in 1998 en in België in 1999. Ondertussen treffen we de paardekastanjemineermot overal aan zowel in openbare als private tuinen.

Welke planten hebben last van kastanjemineermot?

De bomen die het ergst lijden onder deze aantasting zijn witbloeiende Aesculus soorten o.a. op de veel voorkomende A. hippocastanum ‘Baumannii’.

De kastanjemineermot komt weinig voor in de roodbloeiende hybridesoorten zoals Aesculus carnea. Er worden wel eitjes gelegd op de bladeren van deze soorten maar ze komen niet verder dan het tweede larvestadium.

Acer pseudoplatanus en Acer platanoides die in de buurt staan van aangetaste kastanjebomen, kunnen ook mijngangen vertonen. Anderzijds gaat 70 % van de larven dood op deze planten.

Levenscyclus van kastanjemineermot

In de loop van april verschijnt de eerste generatie motjes. Ze paren op de stam van de kastanjeboom. De motjes zijn maar 4 mm groot en lijken daardoor eerder op vliegjes dan motjes. Ze zijn goudbruin van kleur en hebben een fijn wit/bruin strepenpatroon op de vleugels. Op de kop en op het achtereinde van de vleugels staan franjes. De vrouwtjes paren op de boomstam en kruipen nadien naar de kruin om er eitjes af te leggen. Ze leggen elk zo'n 20-30 eitjes af op de bovenzijde van het blad van de paardekastanjeboom. Per blad kunnen er tot 300 eitjes voorkomen. Deze komen na ongeveer 10 dagen uit.

De jonge larven eten zich een weg in het blad. Vervolgens vreten ze zich doorheen het bladweefsel waarbij ze gangen (mineergangen) vormen. Ze zijn witachtig tot beige van kleur en hebben geen poten. Oudere larven hebben opvallende, diep ingesneden segmenten.

Wanneer de larven volgroeit zijn, verpoppen ze in de bladeren. Dus enkel de eerste generatie vrouwelijke motjes kruipen over de stam. De mannetjes en vrouwtjes van de tweede generatie verpoppen in de bladeren en vliegen uit eind juni- juli. De derde generatie van de mineermot vliegt half-eind augustus tot en met september. Ze overwinteren als pop in de afgevallen bladeren.

In ons klimaat komen er maar drie generaties voor maar in Zuid-Europa kunnen tot 6 generaties per jaar optreden. Wanneer de generaties precies voorkomen, kan met 20 dagen verschillen naargelang de warmte van het seizoen.

Kastanjemineermot schade op bladeren

Schade van kastanjemineermot herkennen

De larven vreten het bladmoes weg waardoor er mineergangen ontstaan. Bij een zware aantasting, kunnen deze mijngangen elkaar overlappen, waardoor een groot deel van het blad volledig bruin verkleurt.

Als je een blad tegen het licht houdt, ga je de larven, hun uitwerpselen en poppen duidelijk in de bladeren zien zitten.

Vanaf juli lijken de bomen in herfstmodus en gaan ze ook hun bladeren laten vallen.

De bomen lijken deze aantasting te boven te komen. Mogelijks wordt het jaar daarop minder blad gevormd. Met de jaren wordt de boom wel zwakker en gevoeliger voor andere ziekten en plagen.

Natuurlijke vijanden van kastanjemineermot

In Europa zijn er weinig tot geen natuurlijke vijanden beschikbaar. Pimpelmezen en koolmezen eten de rupsen van de kastanjemineermot maar kunnen de populatie absoluut niet beheersen. De mezen kunnen de rupsen niet zo gemakkelijk uit de bladeren halen.

Verder zijn er inheemse sluipwespen die de larven en poppen parasiteren. De sluipwespen parasiteren echter maar een klein percentage omdat ze heel moeilijk eitjes in de bewegende rupsen kunnen leggen.

Kastanjemineermot bestrijden

Kastanjemineermotval

Je kan verschillende maatregelen treffen om de kastanjemineermot te bestrijden. In feite moet je zeggen ‘beheersen’ want echt bestrijden kan je de kastanjemineermot niet.

  • Verzamel de afgevallen bladeren zo snel mogelijk na bladval. Het afgevallen blad met de poppen verwijderen is een belangrijke beheersmaatregel. Doe dit voorzichtig zodat de poppen niet uit de bladeren vallen. Hierdoor kan je de beginpopulatie voor het volgend jaar verkleinen.
  • Doe de bladeren vervolgens in de GFT-bak of voer ze af naar het containerpark. Doe ze niet op de komposthoop tenzij je komposthoop een temperatuur van min. 40°C behaalt. Doe vervolgens een laag grond van 6 cm dik over de composthoop, zo kunnen motjes die toch nog uitkomen niet uit de hoop kruipen.
  • Hang vanaf half april een lijmband rond de boomstammen van de paardenkastanje om te vermijden dat de vrouwtjes in de bomen kunnen klimmen. Hang de boomlijmband net onder de eerste vertakkingen van de boom.
  • Hang vanaf half april tot eind september een feromoonvallen kastanjemineermot om zoveel mogelijk mannetjes weg te vangen. Vervang de feromooncapsule om de 6 weken. Hang de feromoonvallen kastanjemineermot op tijd om zodat er nog geen bevruchting heeft plaats gevonden. Hang 1 feromoonval per grote kastanjeboom.
  • Hang mezenkastjes. Koolmezen en pimpelmezen proberen rupsen uit het blad te halen. Wil je zo veel mogelijk vogels aantrekken, lees dan onze blog van november 2020.

De combinatie van deze verschillende factoren maakt het probleem na verloop van jaren goed beheersbaar.