Wat is een galmijt?
Galmijten zijn mijten die gallen vormen. Ze leven en planten zich voort in de gallen of bladeren van de planten. Ze overwinteren zelden in de gallen maar in de knoppen van waardplanten of op beschutte plekjes.
Galmijten zijn maar 0.06-0.4 mm groot en met het blote oog dus niet te zien. Galmijten veroorzaken verschillende uitstulpingen op de bladeren of de bladranden, afhankelijk van de soort en de planten waarop ze voorkomen. Aan de onderzijde wordt een soort harig weefsel gevormd.
Galmijten worden onderverdeeld in drie families: Phytoptidae (met de geslachten Phytoptus en Trisetacus), Eriophyidae (met de geslachten Acalitus, Aceria, en Eriophyes), en Diptilomiopidae (een familie zonder galvormers).
Schade van galmijten
Galmijten veroorzaken gallen en allerlei misvormingen aan de bladeren van bomen en struiken. Behalve dat dit esthetisch niet mooi is, gaan de gallen de bomen of struiken niet verzwakken. Ze doen als dusdanig weinig schade. Galmijten worden vooral gevreesd omdat sommige soorten virussen kunnen overdragen van plant naar plant. Het is moeilijk om te weten welk soort galmijt een virus overdraagt, temeer omdat er vaak meer soorten galmijten op dezelfde plant aanwezig zijn.
Hoe de aanwezigheid van galmijten herkennen?
De schadebeelden zijn erg uiteenlopend. Hierbij enkele voorbeelden:
- Vorming van kleine gallen (blaren) in het blad.
- Rode hoornvormige uitstulpsels.
- Witte of bruin-paars harige begroeiingen.
- Witte tot rozige viltplekken, meestal aan de onderkant maar ook soms aan de bovenkant van het blad.
- Bladeren die zich naar binnen of naar buiten oprollen (bladrandrollingen) al dan niet met verdikkingen. De mijten verblijven in de rol.
- Een patroon van lange witte haren op het blad die verkleuren naar roze en bruin.
- Golvende randen aan de bladeren.
- Topscheuten die worden opgerold en in elkaar draaien.
- Uitstulpingen op de bladranden, van groen naar rood kleurend.
- Takgallen o.a. bij de grove den Pinus sylvestris.
- Enz...
Galmijten op sierplanten
Er is een hele waslijst van sierplanten die kunnen getroffen worden door galmijten. De belangrijkste geslachten zijn Aceria, Eriophyes, Phyllocoptes en Phytoptus.
Berk, groene en rode beuk, brem, grote wederik, Spaanse aak, Acer Campestre (veldesdoorn), Gewone Esdoorn, witte paardekastanjebomen, haagbeuk, walnoot, schietwilg (Salix alba), gele kornoelje (Cornus mas), meidoorn, winter- en zomerlinde, Sleedoorn, hazelaars, wilde kardinaalsmuts, Jeneverbes….
Galmijten op fruitbomen
Er zijn twee belangrijke soorten vertegenwoordigd:
- De rondknopmijt, Cecidophyopsis ribis
- De peregalmijt, Phytoptus pyri, ook Eriphyes pyri genoemdv
Deze tref je vaak aan op bessen zoals zwarte bes en framboos. Deze mijt is 0.25mm lang. Ze overwintert in de knoppen van de bessen. Eind maart – begin april komen ze uit en verplaatsen ze zich naar de andere delen van de plant of andere planten. Ze worden hierbij geholpen door de wind, regen of zelfs klevend aan insecten. Deze migratie is op zijn hoogtepunt in mei. De mijten dringen de knoppen binnen waarin ze eitjes afleggen.
De mijten voeden zich in de zwellende knoppen. De ontwikkeling gaat zeer snel en er zijn veel generaties tot in de winter. De zuigschade veroorzaakt uiteraard aantasting maar de grootste vrees is dat de mijten virussen overdragen.
Deze mijt komt vrij algemeen voor, is 0.2 mm groot en vormt eigenlijk geen echte plaag. Ze voeden zich met de inwendige cellen van het blad. Hierdoor ontstaan er groenachtige uitstulpingen die later geel en vervolgens rood worden. Daarom spreekt men van de perepokziekte.
Zowel de mannetjes als de vrouwtjes van de peregalmijt overwinteren onder de botschubben. In de vroege lente (maart) worden ze actief en leggen ze eitjes af. Ze voeden zich oorspronkelijk met bladcellen aan de buitenkant van het blad. Zo vlug ze kunnen binnen dringen in het bladweefsel verblijven ze enkel inwendig in het blad. Als het blad overbevolkt is, worden nieuwe jonge bladeren gezocht om binnen te dringen.
Ook de bloemen en jonge vruchtjes kunnen aangetast worden. Bloesems en jonge vruchten vallen dan af.
Galmijten in druif
De druivengalmijt, officieel de druivenbladgalmijt (Eriphyes vitis) veroorzaakt bobbels aan de bovenzijde van de bladeren terwijl aan de achterzijde witte viltplekken zichtbaar wordt. Dit wijst op galmijten en is geen schimmel zoals vaak wordt gedacht. Het harige weefsel verkleurd later tot een rode-roestbruine kleur. Omwille van de pokken die op de bladeren zichtbaar worden, spreekt men ook van pokziekte. Soms is er echter geen verdikking merkbaar aan de bovenzijde van het blad.
Galmijten bestrijden
Wat te doen bij galmijten?
- Zorg voor sterke planten. Dit begint met het creëren van een actieve bodem!
- Haal zo snel mogelijk de eerste aangetaste bladeren weg. De galmijten vermenigvuldigen zich in de gallen op de bladeren. Doe de aangetaste bladeren niet op de komposthoop maar in de GFT-bak.
- Bij druiven kan je in de winter de losse schorsdelen van de wijnstokken pellen. Hieronder overwinteren namelijk de galmijten. Eventueel kan je daarna een behandeling uitvoeren met een minerale winterolie.
Tip: let op om teveel schors te verwijderen, daardoor zijn de wijnstokken gevoeliger aan vorst.
Galmijten biologisch bestrijden
De natuurlijke vijanden van galmijten zijn roofmijten Typhlodromus pyri en Amblyseius andersoni die van nature voorkomen in wijn- en boomgaarden.
Bij Biogroei kan je ook andersoni roofmijten kopen in strooikoker of in kweekzakjes.
Andersoni-system is een strooikoker met andersoni roofmijten die je kan verdelen via bioboxen of koffiefilterzakjes in de aangetaste bomen of struiken.
Andersoni-breeding-system bestaat uit kweekzakjes die andersoni roofmijten bevatten in verschillende stadia. De kweekzakjes kunnen aan de bladeren geniet worden zodat ze bij wind niet uit de bomen vallen. De roofmijten komen langzaam vrij via een voorgeprikt gaatje dat in elk kweekzakje aanwezig is. Na 5 weken zijn de kweekzakjes uitgewerkt en mogen ze verwijderd worden.
Chemisch bestrijdingsmiddel tegen galmijten
Het is absoluut te gek om eender welke plantenspray of chemisch bestrijding uit te voeren tegen galmijten. De mijten verblijven in de gallen die ze produceren en zijn als dusdanig beschermd voor chemische of natuurlijke bestrijdingsmiddelen. Door bestrijdingsmiddelen te gebruiken, ook natuurlijke middelen zoals pyrethrum of neemolie, doodt je vooral de natuurlijke vijanden af. Je zorgt zodoende voor meer onbalans in plaats van een natuurlijk biologisch evenwicht.