De moestuin moeten binnenkort klaarstaan om de eerste zaadjes en plantjes te ontvangen. Van oudsher zijn we gewoon om in het voorjaar te spitten en te bemesten.
Mijn vader zaliger had een moestuin in Belgisch Limburg. In de winter verspreidde hij een dik pak bladafval over de moestuin en in het voorjaar voegde hij zelfgemaakte compost en een extra kar stalmest toe. Alles spitte hij in de lente samen in de grond.
Was hij goed bezig?
Afgelopen jaren is er een totaal nieuwe visie ontstaan op hoe de bodem best bewerkt wordt.
Om dit te begrijpen, neem ik je eerst even mee naar de natuur:
Kijk naar de natuur!
In de natuur groeien planten elk jaar opnieuw weelderig in de lente en zomer, en sterven ze af in de herfst en winter. Dit is het normale verloop van de seizoenen binnen ons klimaat. De afgestorven plantendelen blijven liggen op de grond en vergaan. De planten zullen in het voorjaar vanzelf terug uitgroeien.
Hoe komt het dat planten in de natuur geen extra voeding nodig hebben om te groeien?
85% van de planten leven samen met nuttige schimmels en bacteriën. Deze micro-organismen zorgen ervoor dat de organische stof die in de grond terecht komt, omgezet wordt in mineralen die wel door de plantenwortels kunnen worden opgenomen. In ruil daarvoor scheiden de plantenwortels suikers af die dienst doen als voeding voor de aanwezige bacteriën en schimmels. Een win-win situatie dus! Ze houden elkaar in stand.
Maar bacteriën en schimmels doen nog veel meer! Overal en altijd zijn er bacteriën aan het werk, elk met hun eigen specialiteit. In het kader van de tuin zijn de stikstofbindende bacteriën het meest bekend, maar er zijn ook bacteriën die bv. zware metalen uit de grond halen, bacteriën die een rol spelen bij de afbraak van pesticiden of die eiwitten helpen afbreken.
De rol van bodemschimmels
De bodemschimmels hebben ook hun specifieke rol. Ze vormen samen met plantenwortels een samenlevingsverbond. We spreken dan van mycorizzha. Ze zijn eigenlijk een verlengstuk van de wortels van de planten. Ze kunnen immens groot worden waardoor ze niet alleen voeding maar ook water dieper uit de grond kunnen ophalen voor de planten.
Als de bodem bevolkt is met grote hoeveelheden mycorizzha, krijgen schadelijke schimmels geen kans om te groeien. Op deze manier worden de planten niet alleen sterker maar ook weerbaarder.
Conclusie: het zijn de nuttige schimmels en bacteriën die van nature de grond bevolken die ervoor zorgen dat er een levende bodem ontstaat waarin planten perfect kunnen gedijen zonder dat organische meststoffen of kunstmeststoffen nodig zijn.
In de moestuin kopiëren we de natuur!
We leerden dat nuttige schimmels en bacteriën (micro-organismen) de essentie zijn voor een goede groei dus gaan we zorgen dat deze massaal in onze tuingrond aanwezig zijn. Compost, verteerd stalmest, paardenmest, wormenmest en bladcompost zijn allemaal organische materialen die rijk zijn aan deze nuttige micro-organismen. Dus inwerken maar of toch niet?
Organisch materiaal heeft als groot nadeel dat het, eenmaal ingewerkt in de grond, zuurstof uit de grond neemt om te verteren. Zuurstof dat de planten broodnodig hebben om te groeien en dat vaak maar in een kleine hoeveelheid aanwezig is in de grond.
Spitten versus Mulchen
Daarom is het beter de organische materialen niet in te werken maar bovenop de grond te verspreiden zodat bij de vertering zuurstof uit de lucht kan worden genomen. We spreken dan van mulchen! Dat betekent ook dat dit materiaal voldoende moet gecomposteerd zijn want we gaan hierin direct zaaien en planten. Vers stalmest en paardenmest kan dus niet als mulchlaag dienen voor percelen waar moet gezaaid worden.
Daar kies je beter voor compost of wormenaarde. Dit laatste lijkt op potgrond maar is zeer rijk aan nuttige bacteriën en schimmels, bevat immens veel sporenelementen en mineralen en levende wormen op de koop toe!
Maar moeten we de grond dan niet meer spitten?
Spitten en frezen is nooit goed, dat doen we in de natuur ook niet!
Door de grond te keren -wat we doen met spitten en frezen- komt het bodemleven dat normaal in de bovenste grondlaag leeft, dieper in de bodem terecht. Omgekeerd komt bodemleven dat normaal in een diepere grondlaag leeft, opeens aan de oppervlakte terecht waar het afgedood wordt door UV straling.
Zuurstof
In beide gevallen is dat nefast dus te vermijden als we het bodemleven willen stimuleren. Spitten en frezen is bovendien schadelijk voor de bodemstructuur, zeker als de bodem nog te nat is. De aarde wordt dan dicht tegen elkaar gedrukt waardoor de bodem zuurstofgebrek krijgt. En zuurstof is belangrijk voor de groei van de planten.
Woelvorken in plaats van spitten? Doen!
De grond van de moestuin of kas wordt daarom best losgemaakt met een woelvork zodat de bodem belucht wordt maar het bodemleven wel min of meer ter plaatse blijft. Door te woelvorken wordt de bodem namelijk niet gekeerd!
Spitten vervangen door woelvorken heeft nog andere voordelen.
De grondbewerking kan plaatselijk worden uitgevoerd naargelang je een perceel wilt inzaaien of beplanten. Groenten zoals prei, pastinaak, wortels en rode biet die na de winter nog in de tuin staan, kunnen daardoor zolang mogelijk blijven staan.
Dankzij de optimaal werkende hefboom van een woelvork wordt de arbeid van de grondbewerking lichter en verspreid in de tijd.
Naast de klassieke woelvork hebben wij als enige ook een woelvork met verkruimelaar.
De woelvork met verkruimelaar zorgt dat de aardkluiten die opgehaald worden, direct verkruimelen waardoor er geen grote aardkluiten achter blijven op het perceel. Dit is vooral aan te raden bij iets zwaardere grond zoals zand-leem en leem. Bij zandgrond volstaat de gewone woelvork .
Had mijn vader het bij het rechte eind? Voor een deel wel, voor een deel niet...
Spitten was vroeger evident en nu nog voor de meeste hobbytuinders.
Tijd dus voor verandering!
En weet, je gaat het je niet beklagen want na enkele jaren gaan je groenten beter groeien dan ooit!
Ook interessant om te lezen: