Waar en hoe overwinteren lieveheersbeestjes?

Jonge lieveheersbeestjes eten zich vol in het najaar om te kunnen overwinteren. Oude lieveheersbeestjes sterven meestal af vóór de winter.

De overwinteringsplaats van lieveheersbeestjes is erg verschillend van soort tot soort. De meeste inheemse lieveheersbeestjes overwinteren buiten in de natuur in de strooisellaag, tussen afgestorven plantendelen, in groenblijvende heesters (vb brem, conifeer, skimmia,..) of in spleten in de schors van loofbomen of coniferen, in de bodem, in dood hout, in mos of graspollen, afhankelijk van de soort.

Overwinterende lieveheersbeestjes

Het inheemse tweestippig lieveheersbeestje (Adalia bipunctata) en het Aziatisch lieveheersbeestje verkiezen vaak om in groep in kieren van ramen of binnenshuis te overwinteren.

Dit is meestal van november tot en met februari. Zo vlug de temperaturen buiten terug opwarmen, vliegen ze opnieuw uit. In huizen kan het lieveheersbeestje voor overlast zorgen als ze in grote aantallen aanwezig zijn. Door de grootte van de groep ruik je dan soms hun specifieke geur of kunnen ze muren bevuilen door tegen plafonds of muren en achter schilderijen e.d. te overwinteren. De beste methode om hen te verwijderen is de stofzuigtechniek.

Over de stofzuigerbuis bevestig je een nylonkous die je met een elastiekje goed vastmaakt aan de stofzuigerbuis zodat de kous niet loskomt en in de stofzuiger gezogen wordt. Je zuigt de lieveheersbeestjes op, ze komen in de nylonkous terecht en op die manier kan je ze buiten terug vrijlaten zonder ze te beschadigen. Doe dit in het voorjaar, dan zullen ze wegvliegen in de natuur. Als je dit in het najaar doet als ze zich net in huis genesteld hebben, zullen ze terug binnenkomen omdat ze willen overwinteren.