Kamerplanten zijn weer hip! Logisch toch?! Ze brengen leven en groen in onze woonkamers! Helaas krijgen we van onze klanten vaak te horen dat hun kamerplanten sneuvelen door ziekten. Hoe kan dit voorkomen worden? Hierbij alleszins de meest belangrijke tips om je planten te verzorgen! Enne, op onze sociale mediakanalen mag je steeds een foto van je geliefde plant posten en Biogroei taggen!
Zet de kamerplant op een plaats die haar natuurlijke biotoop nabootst!
Wat wij als kamerplanten beschouwen, zijn elders in de wereld buitenplanten. Onze kamerplanten vinden hun natuurlijke biotoop vaak in Azië en Zuid-Amerika.
Het is dus belangrijk om wat voorkennis op te bouwen vooraleer we kamerplanten aanschaffen. Veel planten groeien in Azië en Zuid-Amerika namelijk in het tropisch regenwoud: warm, vochtig en schaduwrijk. Daarmee ken je meteen de drie belangrijkste parameters en weet je wat je moet doen!
Bij een hogere luchtvochtigheid groeien kamerplanten vaak veel beter dan in droge lucht. Bovendien krijgen ze dan minder last van spint en trips. Voor de meeste planten is volle zon te vermijden. Heb je een living in volle zon beperk je dan tot soorten die dit verdragen.
- Volle zon: Sansevieria, Strelitzia, Opuntia, Rhipsalis, Agave, Aloë (vera), Crassula, Beaucarnea (olifantspoot) en cactussen. De bananenplant (Musa) kan ook tegen volle zon maar krijgt dan wel snel spint. Buiten op een beschutte plek kunnen ze tegenwoordig met de klimaatverandering ook overleven.
- Schaduwplanten zijn Monstera, Calathea, Dieffenbachia, Bromelia Hedera, Philodendrons, Spatiphillum, Kentia, varensoorten en Dracaena.
- Lichte standplaats: Palmen, Orchideeën, Alocasia, Schefflera, Trandescantia, Ficus, Yucca, Schefflera en Anthurium houden van licht maar liefst geen directe zon.
Geef de kamerplanten een goede bodem op te groeien
Nog belangrijker dan bij onze buitenplanten is het essentieel dat de kamerplanten in een gezonde grond groeien. Kamerplanten moeten het immers stellen met de grond in hun pot terwijl buitenplanten hun voeding uit de volle grond kunnen halen.
Wormenaarde
Maak je eigen potgrond want de ideale potgrond is niet in de handel verkrijgbaar. Hiervoor meng je drie delen gewone potgrond met één deel wormenaarde (of zelfgemaakte en gezifte compost) en een handvol lavameel. Hierin plant je de kamerplanten.
De wormenaarde zorgt voor massa’s micro-organismen en sporenelementen, de lavameel verrijkt en verlucht de grond.
Enkele maanden na het verplanten leg je nog een centimeter wormenaarde bovenaan op de potgrond. Met de watergift zal dit langzaam tijdens het seizoen in de potgrond doorsijpelen.
De beste periode om de kamerplanten te verplanten is het voorjaar: meer daglicht zorgt dat de kamerplanten hun groei herstarten.
Geef niet te veel water aan kamerplanten
De watergift is uiteraard afhankelijk van de plantensoort. Planten die in volle zon kunnen staan, hebben over het algemeen ook weinig water nodig terwijl schaduwplanten meer water vragen. Dit lijkt contradictorisch want we denken vaak dat planten die in de zon staan, juist meer water nodig hebben!
In het algemeen zijn we geneigd om te veel water te geven. Als de planten niet de kans krijgen om op te drogen, krijg ze gemakkelijk last van rouwvliegjes. Dit zijn kleine zwarte vliegjes die uit de potgrond opvliegen en wiens larven aan de wortels van je kamerplanten eten.
Stenema
Je kan rouwvliegjes bestrijden door Stenema te gebruiken. Stenema bevat aaltjes die de larven van de varenrouwmug parasiteren.
Te veel water kan ook leiden tot zwakkere of zelfs rottende planten. Zeker orchideeën mogen niet met hun voeten in het water blijven staan. Zelf geef ik planten enkel water als ze er duidelijk behoefte aan hebben d.w.z. als de bladeren al letterlijk slap beginnen hangen. Bij mij kunnen er gemakkelijk twee tot drie weken tussen twee waterbeurten zijn terwijl mijn living toch op het zuiden is georiënteerd.
Nog extra voeding nodig?
Over het algemeen niet! We geven echt teveel meststoffen aan onze kamerplanten, net zoals water! Als je de kamerplanten de hierboven beschreven potmengeling geeft, hebben ze een enorm goede basis waarmee ze maanden verder kunnen.
Geef je daarna regelmatig een laagje wormenaarde als bijmesting, dan is ruim voldoende.
VEGA N6
Teveel vloeibare meststoffen kunnen de planten verzwakken en bladluizen aantrekken. Wij verkopen onder ons eigen label VEGA N6, een stikstof meststof die 100 % plantaardig is. Dit in tegenstelling tot alle andere stikstofmeststoffen die meestal van dierlijke oorsprong zijn.
Vega N6 is eigenlijk een bladvoeding die best over de bladeren verneveld wordt. Hiermee komen de voedingsstoffen direct in de sapstroom terecht via de huidmondjes op de bladeren. Dit geeft een veel betere opname dan aangieten, wat uiteraard altijd mogelijk is maar minder doeltreffend.
Nog enkele tips om ziektes te voorkomen
- Verpot je planten 1 x per jaar, liefst in het voorjaar. Oude potten maak je eerst schoon vooraleer je ze hergebruikt.
- Zorg dat de kamerplant in een pot geplant wordt die in verhouding is met zijn omvang zodat de plant gemakkelijk water kan opnemen. Met andere woorden: plant geen klein plantje in een reuze pot. Een plant vanaf het begin te klein planten is uiteraard ook om problemen vragen, zeker als ze ook veel water nodig hebben.
- Planten waarbij de potten vol wortels zitten, moeten worden overgeplant naar een grote potmaat.
- Zet kamerplanten nooit tegen een verwarmingselement aan.
- Vermijd dat planten in de tocht staan: hierdoor ontwikkelt zich gemakkelijk spint.
- Zorg voor voldoende luchtvochtigheid door een luchtbevochtiger te plaatsen of door de kamerplanten regelmatig te benevelen met een plantenspuit, al dan niet gemengd met Vega N6.
- Wat blijkbaar ook heel goed werkt: spreek regelmatig tegen je planten! Proeven hebben uitgewezen dat planten die aandacht krijgen veel beter groeien en gezonder blijven dan planten die genegeerd worden.
- Planten kan je vermenigvuldigen door te delen of door jonge scheuten uit te planten.