
Als je planten en struiken slecht groeien of je gras heeft veel mos of schimmels, kijk dan in eerste instantie naar je ondergrond. De bodemstructuur van je tuin is bepalend hoe goed of slecht het gaat met je moestuin en siertuin.
Ontdek hieronder alles over het bodemleven.

Wat is de samenstelling van een gezonde bodem?
Een bodem bestaat uit verschillende elementen. De ideale samenstelling van deze elementen is als volgt:
- 40 % minerale deeltjes, dit zijn de vaste deeltjes in de grond zoals zand, klei en silt.
- 25 % lucht: planten en het bodemleven hebben net zoals wij zuurstof nodig.
- - 25% water: dit zorgt ervoor dat de voedingstoffen door de plantenwortels kunnen worden opgenomen. Ook het bodemleven heeft water nodig, denk maar aan nematoden.
- 10 % organische stof: dit omvat alle levende en dode materialen die in en op de grond aanwezig zijn of door ons toedoen worden aangevoerd, bijvoorbeeld mulch.
- Levende organismen: slijmstoffen die uitgescheiden worden door allerlei organismen zoals bacteriën en regenwormen zorgen ervoor dat de minerale deeltjes samen klitten met de organische stof.
Hoe ontstaat de bodemstructuur?
Misschien heb je je al afgevraagd hoe het komt dat de ene grond zo lekker rul aanvoelt, de andere moeilijk hanteerbaar is en zand gewoon door je vingers glijdt. Dit heeft alles te maken met de bodemstructuur.
De kern van een goede bodemstructuur is het bodemleven in de grond. Het bodemleven is een verzamelnaam voor alle micro- en macro-organismen die de ondergrond in principe zouden moeten bevolken, tenminste als je een gezonde bodem hebt. Dit bodemleven creëert de bodemstructuur.
Wij hebben decennia lang gedacht dat we de bodemstructuur konden verbeteren door te spitten, frezen en ploegen maar eigenlijk doen we daarmee de bodemstructuur juist teniet. Door grondbewerkingen worden de bacteriën die dieper leven naar boven gehaald en de bacteriën die aan de oppervlakte van zuurstof leven naar beneden gebracht. Het duurt lang vooraleer ze de balans kunnen herstellen en als het zover is, wordt er meestal een nieuwe grondbewerking uitgevoerd.
De bodemstructuur wordt bepaald door het bodemleven; het is dus zaak om het bodemleven te sparen en zoveel mogelijk te stimuleren. Veel organismen dragen bij aan deze bodemstructuur.

Diepgravers werken diep in de grond. Deze vonden we op 60cm diepte
Hier enkele voorbeelden:
Bacteriën produceren een soort slijm waarmee ze zich aan de minerale deeltjes in de bodem hechten. Hierdoor wordt organisch materiaal in de grond gehecht aan de minerale deeltjes maar ook onderling worden de minerale deeltjes aan elkaar geklit tot grotere bodemkruimels.
Regenwormen zetten slijmstoffen af in hun ondergrondse gangen waardoor gronddeeltjes en humusdeeltjes aan elkaar gaan hangen. Meer lezen over regenwormen?
Ook schimmels zorgen voor een betere grondstructuur. In een gezonde bodem vormen de schimmels verlengstukken van de plantenwortels. Ze vormen mychorriza’s en helpen bodemdeeltjes bij elkaar te houden.
De plantenwortels profiteren van alle structuren die gemaakt worden door het bodemleven. Ze gaan bijvoorbeeld de gangen van regenwormen gebruiken om zich dieper in de grond te vestigen. Planten met penwortels kunnen zelf diep in de grond boren waardoor de structuur in diepere lagen verbetert. De planten halen ook voedingstoffen omhoog via die penwortels. Denk maar aan heermoes die veel mineralen uit de ondergrond kan halen. Bij het afsterven van de planten komen de voedingsstoffen op de bovenste grondlaag terecht waar ze weer voeding zijn voor de minder diep wortelde planten.
En dan tot slot komen er grotere organismen en kleine zoogdieren in de ondergrond zoals wormen, mieren, mollen, slakken, muizen, woelmuizen enz. We zien ze meestal niet graag komen maar ze zorgen ervoor dat de bacteriën en schimmels meer verspreid geraken over de diepere grondlagen.
Zo ontstaat uiteindelijk een bodem die leeft en beweegt!
Conclusie
Als je bodem deze samenstelling benadert, gaat je grond aanvoelen als een kruimelige structuur vol holtes die water en lucht kunnen vasthouden. In de grote holtes zit lucht, in de kleine gaatjes wordt water opgeslagen. En dit geldt voor alle bodemtypes, dus ook zand en kleigrond kunnen leiden tot vruchtbare bodems met een kruimelige structuur.
Een gezonde bodem moet je niet bewerken. De levende organismen, zijnde bacteriën en schimmels zorgen ervoor dat de grond aan elkaar kleeft maar toch voldoende luchtig is.
De plantenwortels kunnen er als vanzelf in doordringen en gaan veel kleine haarwortels ontwikkelen.
Tip en tricks om je bodemstructuur te beoordelen
Je kan bij een erkende instantie een bodemanalyse laten uitvoeren. Hiermee kom je te weten welk bodemtype je hebt (zand- zandleem – leem of klei), hoeveel organische stof in je bodem aanwezig is en welke zuurtegraad je bodem heeft. Het percentage bodemleven wordt bij een klassieke bodemanalyse niet bepaald.

Maar er zijn enkele eenvoudige hulpmiddelen om je bodem zelf te analyseren:
- Haal met een schop of spade aarde omhoog. Valt deze grond als kruimels uit elkaar, dan heb je een ideale bodemstructuur. Blijft de grond scherp en hoekig aan elkaar klitten, dan is de bodemstructuur slecht. Afgeronde brokken wijzen op een betere structuur dan hoekige brokken.
- Hoe donkerder de kleur van je grond, hoe meer organische stof aanwezig is.
- Komen er plassen te staan op je bodem na een hevige bui, dan heeft je bodem te weinig holtes die lucht en water vasthouden, dus een slechte bodemstructuur.
- Groeien wortels van je planten oppervlakkig, dan betekent dit dan ze onvoldoende in de ondergrond kunnen doordringen. Een andere reden kan zijn, dat je teveel water geeft waardoor de wortels niet verplicht worden om door te dringen naar diepere lagen. Meer weten over water geven aan je planten?
- De wortels van planten en struiken ontwikkelen veel kleine haarwortels als de bodem gezond is.
- Hoe meer regenwormen, hoe beter de bodemkwaliteit van je tuin.
- Controleer hoe actief je bodemleven is, met de onderbroek-methode. Graaf de onderbroek horizontaal in de grond op zo’n 20 cm diepte en laat ze gedurende 3 maanden liggen. Begin hiermee in mei of juni als de bodem goed is opgewarmd, het bodemleven is dan het meest actief. Na 3 maanden kan je zien hoe je onderbroek eruit komt. Is ze ongeschonden, dan heb je geen bodemleven. Hoe meer de onderbroek werd afgebroken, hoe actiever je bodem.
- Kijk naar welke onkruiden spontaan in je tuin groeien. Wilde bloemen zijn een indicator voor de kwaliteit van je bodem. .

Het belang van een gezonde bodem?
Je kan je afvragen, waarom je zoveel tijd aan de ondergrond zou besteden? We zijn eigenlijk het tegendeel gewoon. Al jaar en dag worden we gestimuleerd om onze planten te voeden met kalk en meststoffen en wordt er niet gesproken over de kwaliteit van de ondergrond. Terwijl daar echt de kern van elk probleem ligt. Het is dus tijd voor een challenge: voed je bodem in plaats van je planten!
Een gezonde bodem heeft vele functies:
- Dankzij een levende bodem vol micro- en macro-organismen worden de aanwezige voedingsstoffen uit de bodem omgezet tot opneembare voeding voor de plantenwortels.
- Een gezonde bodem zorgt voor sterke, weerbare planten in de moestuin en siertuin waardoor je planten (inclusief gazon) minder last hebben van schadelijke insecten en schimmels.
- Het zorgt voor een betere opbrengst en smakelijke groenten en vruchten dankzij de aanwezigheid van mineralen in de bodem. Mineralen kan je toedienen via lavameel.
- Een gezonde bodem werkt als een spons: de bodem slaat water op bij veel regen en kan dankzij de waterbuffer, dit terug afgeven bij droogte. Hierdoor zijn de gevolgen van felle regenbuien en langere droogteperiodes minder catastrofaal.
- Een levende bodem kan massaal koolstof bufferen. 2 x zoveel koolstof als in de lucht aanwezig is en 3 x zoveel koolstof als in de bovengrondse vegetatie (planten bufferen ook koolstof). Dit is goed voor het klimaat maar ook essentieel voor de bodem. Koolstof in de bodem is nodig voor het bodemleven en dus de vruchtbaarheid van de bodem te bevorderen.
- Een gezonde bodem is een biodiverse bodem. Hoe diverser jouw ondergrond, hoe meer biodiversiteit er bovengronds tot stand zal komen. Wil je hierover meer lezen?


Hoe een gezonde bodemstructuur bevorderen?
- Voer geen zware grondbewerkingen uit, niet spitten of frezen. Je vernietigt daarmee het bodemleven, de gemaakte gangen en bodemstructuur. De bodemorganismen hebben jaren nodig om een nieuwe balans op te bouwen. Als overgangsmaatregel kan je een woelvork gebruiken. Hiermee verlucht je de bodem en stoor je het bodemleven het minst.
- Zorg voor veel organische stof in de grond: mulch in het voorjaar met compost en/ of wormenaarde en de rest van het jaar met andere materialen uit de tuin.
- Is je bodemstructuur echt verstoord (bijvoorbeeld ten gevolge van grondwerken met zware machines) zaai dan de eerste jaren een mix van planten die diepe penwortels hebben zoals smeerwortel en luzerne. Ook paardenbloemen, ridderzuring en distels hebben diepe penwortels maar deze komen meestal vanzelf uit op verstoorde grond.
- Laat in de siertuin geen stukken grond onbedekt. Plant bomen en struiken, lagere planten en bodembedekkers. Zorg voor een drie-lagenstructuur. De fotosynthese is de basis voor al het leven. De bladeren die vallen, vormen voedsel voor het bodemleven.
- Gebruik geen klassieke meststoffen en zeker geen stikstofmeststof.
- Als je gazon hebt, bemest het nooit met klassieke meststoffen maar gebruik compost en wormenaarde in het voorjaar en mulch tijdens het maaiseizoen met een mulchmaaier of met een robotmaaier. Alles lezen over maaien of mulchen?
- Zorg dat in de winter de groentetuin volledig gemulcht is waar er geen groenbemester of groenten groeien.

En tot slot! Een goed bodembeleid zorgt voor meer CO2 vastlegging in de grond
Bacteriën gebruiken koolstof die in de bodem zit om te leven. Ze voegen net als wij koolstof en zuurstof samen om energie te krijgen. Dit noemt men oxidatie.
Als er teveel stikstof in de bodem komt door bemesting, gaan de bacteriën in overdrive en leidt dit tot een te snelle oxidatie van de koolstof in de bodem. Hetzelfde geldt bij een bodembewerking, ook dan wordt het bodemleven actiever en wordt er meer koolstof geoxideerd.
Bacteriën verbruiken dus koolstof waardoor die in de lucht vrij komt, daar kunnen we niets aan doen want bacteriën zijn essentieel voor een levende bodem.
Wat we wel kunnen doen, is zorgen dat de bacteriën niet in overdrive gaan werken door geen bodembewerking uit te voeren en geen stikstofmeststoffen te strooien. Op die manier dragen we bij aan een optimale CO2opslag van onze bodem!