Durf jij te testen hoe divers jouw tuin is?!
Hoe meer ons ecosysteem uit balans is, hoe meer we te maken krijgen met ware plagen van een enkele soort. En dat doet zich nu voor met de buxusmot en de eikenprocessierups, maar ook met de letterzetter die dennenbomen op zeer korte tijd kan vernietigen.
Hoe eentoniger een tuin, laan of park is, des te minder insecten, vogels en kleine dieren aangetrokken worden. Insecten en rupsen zien we vaak als plagen omdat ze ook onze tuinplanten belagen, maar ze zijn natuurlijk een deel van de keten en dus voedsel voor anderen.
Ben je benieuwd hoe divers je eigen tuin is?
Als je op onderstaande vragen positief kan antwoorden, heb je 80 % diversiteit in je tuin gecreëerd en ben je op de goede weg:
- Kan een egel zich verstoppen in je tuin?
- Kan een merel bessen en regenwormen eten?
- Kunnen mezen rupsen eten?
- Kunnen vlinders nectar vinden?
- Kunnen bijen komen drinken?
- Zie/hoor je kikkers in je tuin?
Met de Biogroei-tuin halen we deze score vlotjes!
Nooit meer gif!
Het komt er op neer dat we massaal en snel moeten kiezen om geen gif meer te gebruiken en te investeren in hulpmiddelen om natuurlijke vijanden een waardevolle leefomgeving te bieden. Soortendiversiteit in de ruimste zin van het woord is het belangrijkste antwoord momenteel. In een gezond ecosysteem krijgt één soort minder de kans om extreem talrijk te worden.
Onderzoeken in Nederlandse gemeenten hebben alvast aangetoond dat er veel minder aantasting is van eikenprocessierupsen daar waar een rijke variatie aan wilde planten en diersoorten aanwezig is in vergelijking met gemeenten waar eenzijdige aanwezigheid van eiken langs strak gemaaide wegbermen staan.
Wanneer hangen we nestkasten op?
Koolmezen en pimpelmezen, maar ook boomklevers voeren hun jongen grote aantallen rupsen waaronder deze van de buxusmot en eikenprocessievlinder. De koekoek is zelfs verzot op de harige eikenprocessierupsen. Vleermuizen eten de vlinders. Sluipwespen zetten hun eitjes af in de eikenprocessierups. Er zijn dus heel wat natuurlijke vijanden beschikbaar, maar de kwestie is om ze aan te trekken.
Daar moeten we naar streven en dat kunnen we allemaal op ons balkon, in onze tuin, in onze straat, in onze gemeente…
Hang bijvoorbeeld een nestkastje op, een vleermuizenkast of een insectenhotel.
Het najaar is trouwens de beste periode om dit te doen. Zo kunnen de vogels al wennen aan de nestkasten en ze gebruiken als overwinteringsplaats.
Plant inheemse planten, struiken en bomen! Zaai bloemen in!
Plant de juiste sierplanten en bessenstruiken in functie van je omgeving en de grondsoort. Zaai wilde bloemenweiden in waar je een open plekje hebt. Stop onmiddellijk met alle vormen van gif. Heb je een grote tuin? Ideaal! Plant dan inheemse bomen die bloeien waardoor bijen zich van voldoende stuifmeel kunnen voorzien. Maar ook een kleine boom in een pot zoals een treurwilgje op stam kan een mooie bijdrage leveren.
Eén voor allen, allen voor één
Het belangrijkste is dat we de diversiteit van vogels, dieren en wilde planten massaal verhogen zodat de schadelijke belagers een onderdeel worden van een divers ecosysteem. De ‘schadelijken’ gaan niet verdwijnen maar maken vanaf dat moment deel uit van een keten en zullen niet meer zo talrijk zijn en aldus niet langer als schadelijk worden ervaren.
Even belangrijk is dat we een mind-shift maken en onze tuin gaan beschouwen als een deel van de natuur en niet langer als een groen, kunstmatig eiland!
Deel jouw foto's met ons!
Heb je mooi beeldmateriaal van jouw tuinverhaal?
Tag ons op Instagram en/of Facebook met #biogroei of @biogroei!