Combinatieteelt: een natuurlijke hulp in je tuin!
Net zoals in de natuur, zijn er in de tuin planten die elkaar ondersteunen en een goed bondgenootschap vormen en anderen die elkaar niet goed kunnen verdragen. Dat is interessant om te weten want zo kunnen we in onze tuin profiteren van de mogelijkheden die de natuur biedt.
Wat zijn metgezel planten?
Het zijn planten die een voordeel halen uit het feit dat ze samen worden gecultiveerd, ze versterken elkaar als het ware. Dit voordeel kan op verschillende manieren behaald worden gaande van stikstofbinding, ongediertebestrijding, verbetering van voedselopname of waterbeheer, schaduw creëren en onkruidbeheersing…
Als je dit toepast, ga je groenten en sierplanten bij elkaar zetten die je traditioneel nooit zo zou planten. Dit zorgt voor verrassende effecten in je tuin maar ook voor veel ruimtebesparing, een betere groei, oogst en smaak. Het leidt bovendien tot minder pesticidegebruik en meer biodiversiteit.
Eigenlijk heeft elke groente zijn ideale metgezel plant. Er zijn veel tabellen van goede en slechte combinaties. Soms spreken ze elkaar ook tegen. Het is niet mijn bedoeling hiervan een eindeloze opsomming te geven maar eerder om je attent te maken op de positieve effecten van combinaties.
Een blik op de mogelijkheden!
- Fysische odnersteuning
- Optimale voedselopname
- Ongediertebeheersing
Snelgroeiende planten zijn een ideale metgezel van traaggroeiende planten. Je zaait groenten die een lange groeiperiode nodig hebben samen met groenten die een korte teelttijd kennen. Denk aan wortelen met radijzen. Je kan de radijsjes oogsten terwijl de wortelen blijven groeien. Hetzelfde geldt voor de combinatie van kolen en sla waarbij de sla veel sneller kan geoogst worden dan de kolen.
Sommige sierplanten zijn mooi aan de bovenkant maar lelijk onderaan. Je kan aan de voeten van de hoge sierplanten lagere soorten planten zodat de onderste stengels bedekt worden. Denk aan stokrozen in combinatie met kattekruid (Nepeta Faaassenii). De lage planten vinden bovendien steun bij de hogere planten.
Hoge planten vangen veel zon waardoor de planten er langs van de schaduw kunnen profiteren. Denk aan stokbonen naast courgettes. De bonen vangen de zon op en de courgettes genieten van de luwte in de zomer. Of je kan sla in de zomer planten in de schaduw van tomaten en paprika’s.
De stengels van mais zijn een natuurlijke ondersteuning voor pompoenen, Oost-Indische kers, meloenen of komkommers. Mais, pompoen en komkommer stimuleren elkaars groei.
Alle vlinderbloemigen zoals bonen, peultjes, erwten, lathyrus, klaver en lupinen leven samen met stikstof-fixerende bacteriën. De bacteriën leven in de wortelzone van deze planten en fixeren stikstof uit de lucht. Daardoor zorgen deze planten voor extra meststof, voor zichzelf maar ook voor de omringende planten. Plant langs deze vlinderbloemigen, groenteplanten die veel stikstof nodig hebben. Denk aan spinazie langs peultjes of erwten en selder langs lage bonen.
Door te mulchen met het afgestorven plantmateriaal van deze vlinderbloemigen, komt er bovendien extra stikstof vrij. Voer de restanten na de oogst dus niet af maar mulch ermee tussen andere groenten. Mulchen met heermoes helpt op dezelfde manier om meer mineralen in de grond te krijgen.
Wissel planten met een verschillende worteldiepte met elkaar af. Zo kan je ze dichter bij elkaar planten waardoor je ruimte bespaart bovengronds maar ze ondergronds toch niet met elkaar concurreren.
Hoe meer aan combinatieteelt wordt gedaan, hoe meer de schadelijke insecten het noorden kwijt geraken en hoe moeilijker voor hen om hun waardplanten te vinden. Hierbij enkele tips:
- Zaai geen bedden vol met dezelfde groenten maar wissel de groenten in rijtjes af. Maak organische rijen in je tuin in plaats van rechte lijntjes. Dit maakt het veel moeilijker voor de schadelijke insecten. Kijk naar de natuur, daar zien we ook geen vakjes of rijtjes.
- Wissel planten af met verschillende bladkleur en textuur.
- Combineer groenteplanten met planten die nuttige insecten lokken of schadelijke weren. Nuttige insecten helpen om groenten en fruit te bestuiven of plagen te onderdrukken. Heel veel nuttige insecten hebben stuifmeel nodig. Combineer daarom groenterijtjes met kruiden of nuttige bloemensoorten. Trouwens in die zin is onkruid ook zeer interessant!
- Sommige planten gaan door hun wortelafscheidingen invloed uitoefenen op het bodemleven. Door deze als groenbemester te telen, ga je een positief effect creëren in de bodem.
Voorbeelden:
Schermbloemigen trekken door hun grote bloemschermen veel nuttige insecten aan zoals gaasvliegen, bijen en tal van andere bestuivende insecten. Laat daarom een beetje lavas, engerwortel, pastinaak, wortel of selderij in bloem komen. De larven van de gaasvliegen die je op die manier aantrekt, bestrijden bladluizen.
Boerenwormkruid is de waardplant voor lieveheersbeestjes. Deze plant wordt trouwens door veel insectensoorten bezocht. Zaai boerenwormkruid in je groentetuin. Als de lieveheersbeestjes er wonen vooraleer de bladluizen actief zijn, ontstaat er geen plaag. Aftreksel van boerenwormkruid wordt trouwens sinds mensenheugenis gebruikt tegen luizen.
Komkommerkruid is de beste metgezel van aardbeien. De bijen houden heel erg van hun bloemen waardoor ook meer aardbeibloemen bestoven worden en de oogst toeneemt. Ook de smaak van de bessen zou verbeteren. Plant komkommerkruid aan de noordkant van het perceel, zo neemt het geen zon weg van de aardbeien.
Voorbeelden:
Als je last hebt van het aardappelcysteaaltje, plant je best raketblad (Solanum sisymbriifolium). Raketblad behoort tot dezelfde familie als de aardappel en fungeert als vanggewas in de bestrijding van het cystenaaltje. De belangrijkste voorwaarden is dat de plant zich goed kan ontwikkelen. De diepe wortels scheiden een stof af die de aaltjes naar zich toelokken. Deze kunnen zich op raketblad niet vermeerderen en sterven af. Raketblad krijgt trouwens eetbare vruchtjes (lichitomaatjes).
Tagetes patula wordt al van oudsher gecombineerd in de groentetuin. Hun overheersende geur zorgt dat groenteplantjes niet zo gemakkelijk gevonden worden. Maar beroepsmatig staat Tagetes patula vooral bekend als een goede groenbemester tegen het wortellesieaaltje. Dit aaltje brengt vooral veel schade toe in de sierteelt.
Probeer het eens uit en schrijf alles wat je doet op in een notitieboekje. Zo leer je uit je ervaring en kan je jaarlijks bijsturen. Vergelijk ook hoe het was zonder metgezel planten. Combinatieteelt is vrij gemakkelijk in te passen in een klassiek tuinmodel. Je moet er alleen aan wennen dat je percelen er niet meer zo netjes en afgelijnd uitzien!
En wat dan met het teeltwisselingsplan waar we het altijd over hebben? Als je organische rijtjes maakt en alles in kleine hoeveelheden afwisselt, staat alles door elkaar en hoef je geen rekening meer te houden met teeltwisseling. Tenzij je echt een probleem hebt in de grond zoals knolvoet of andere problematische ziektes. Tuinieren wordt een stuk gemakkelijker!