Paprika

Paprika's hebben regelmatig last van verschillende ziekten en ongedierte. De meest voorkomende plagen op paprika zijn bladluizen, spint, witte vlieg en trips. Voor elk probleem hebben we een gepaste biologische oplossing. Je kunt ook altijd preventief werken en het kweken van sterke weerbare planten met Lavameel en Vega N6.

Lees meer
... Lees meer
18 producten
Foto-tabel Lijst
Sorteer op

Lees verder onder de afbeelding.

Paprika

Paprika

Paprika is een zoete, zachte vrucht die als groente wordt gegeten in gestoofde gerechten of bij rauwkost. Paprika’s worden vers geconsumeerd of ingevroren bewaard. Er zijn veel verschillende rassenzaden en plantensoorten verkrijgbaar. De groene paprika is onrijp en bitterder van smaak dan de gekleurde, rijpe paprika’s. Naargelang de paprikasoort rijpt de vrucht af in een andere kleur: rood, oranje, geel of bruin. De smaak verschilt licht naargelang de kleur van de vrucht.

Zoete paprika
puntpaprika

Waar paprika's kweken?

Paprikaplanten in een tunnel van klimaatdoek

Paprika’s zijn vruchten dus ze worden geteeld op het perceel van de vruchtgewassen. Zie hiervoor bij Vruchtwisseling, een must voor iedere moestuin. Paprika’s vragen net als tomaten, een zonnige en droge standplaats, beschut tegen de wind. In openlucht paprika’s kweken is goed mogelijk onder een plastic tunnel (ecologisch niet zo verantwoord) of onder klimaatdoek waardoor een microklimaat ontstaat. Uiteraard moeten ze op de zonnigste plek in de tuin worden geplant waar ze minimum 6 u zon per dag krijgen.

De teelt van paprika binnenshuis of op een beschut terras in bloempotten, is ook mogelijk. Er bestaan rassen, specifiek voor buitenteelt die van zichzelf kort blijven maar de rassen voor kasteelt kunnen even goed gebruikt worden. Door de koudere temperaturen buiten, blijven ze toch kort. Paprikaplanten vragen ondersteuning van een stok langs elke plant. Door het gewicht van de paprika’s in combinatie met wind gaan de planten gemakkelijk omwaaien.

Als je een koude glazen kas (koude serre) hebt, kan je daarin paprika’s kweken. Uiteraard ook in een warme kas! Paprika’s kunnen dan aan koorden worden geteeld dankzij horizontale ijzerdraden die bovenaan worden gespannen. Zo vlug de plant vertakt is in 3 delen, kan je de koorden aanbinden. Elke plant krijgt 3 touwen die aan de ijzerdraad bovenaan wordt bevestigd.

Naarmate de plant groeit, moet je de touwen rond de stengels aandraaien. Ik zelf experimenteerde op een andere manier. Ik plaatste voor en achteraan de rij paprika’s een stok en spande twee draden op verschillende hoogtes om de volledige rij. De draden worden vastgemaakt aan de stokken die voor en achter de rij geplaatst zijn. Ik moet zeggen dat dit ook heel goed werkt om de planten recht te houden en veel tijd bespaart!

paprikaplanten

Opkweek van paprika

Zaaien: als je zelf paprika wilt zaaien, heb je een plaats nodig met voldoende licht, lucht en warmte De zaden vragen 23 tot 25 °C bodemtemperatuur om te kiemen. In huis kan je het zaaibakje op de verwarming zetten. In een kas kan je dit enkel bereiken via bodemverwarming. Paprikazaad kiemt in het donker, de zaadjes komen pas na enkele weken uit. Je kan een doek over het zaaibakje leggen maar regelmatig controleren want zodra de planten uitkomen, moet de doek eraf.

Zo vlug de plantjes opkomen, haal je het zaaibakje van de verwarming en plaats je het in een lichte ruimte met temperaturen tussen 20 en 23°C, ook ’s nachts. Hoe je best zaait, lees je in het kenniscentrum.

Ben je een beginnende tuinier, kan je best paprikaplanten kopen want zelf zaaien kost veel tijd en aandacht.

Verpotten: zo vlug de plantjes enkele echte blaadjes hebben, kan je ze verpotten. Vermeng de potgrond met een beetje Bokashi-starter voor een gezonde groei. De temperatuur moet minimum 20°C bedragen, ook tijdens de nacht. Tijdens de opkweek hebben paprikaplanten voldoende licht nodig. Anders krijgen ze zwakke, spichtige stengels. De wortelkluit en potgrond moet tijdens de opkweek vochtig blijven.

Planten: als de eerste bloemknoppen verschijnen aan de planten, is het dé moment om ze te verplanten in volle grond. Als je ze buiten wilt planten, moeten ze eerst afgehard worden. Afharden is noodzakelijk om de temperatuursverschillen op te vangen.

Voor buitenteelt wacht je zeker tot de tweede helft van mei – begin juni omdat de buitentemperatuur niet mag dalen onder de 15°C en de grond moet ook voldoende opgewarmd zijn. Dit kan je versnellen door de grond met gronddoek af te dekken.

Een plantafstand van 50 cm tussen de rijen en 40 tot 50 cm tussen de planten in de rijen is goed. Als je veel paprikaplanten hebt, maak je best geulen. Dit vereenvoudigt het water geven. Naast de paprikaplant steek je een stok van 80 cm. Na het planten mulch je de geulen of rijen met enkele cm wormenaarde om ze een gezonde basisbemesting mee te geven.

Daarna kan je nog mulchen met grasmaaisel tegen onkruidgroei. Hierover maak je vervolgens de tunnel van plastic of klimaatdoek. De tunnel zelf is eenvoudig te maken met plooibare elektriciteitsbuizen.

Binnen in de kas kan je al planten vanaf half april. In een koude kas maak je ook geulen in de grond. Je giet de potten voor het planten goed aan met water en zet ze samen met een beetje Oenosan in de plantgaten.

Je kan in het plantgat ook een mengeling doen van wormenaarde, een beetje lavameel en gewone tuinaarde. De plantafstand in de kas, wordt bepaald door de ijzeren bovendraden die zijn gespannen.

Idealiter zijn er twee of drie bovendraden die 50 cm evenwijdig naast elkaar zijn gespannen, zo krijg je een plantafstand van 50 cm tussen elke plant in de rij.

Tips bij het aanplanten

Paprikaplanten moeten met zorg geplant worden. De wortels mogen niet gebroken of gescheurd worden want dat belemmert de hergroei. Oenosan strooien op de wortels voor het aanplanten bevordert de hergroei.

Gezien de wortels van paprikaplanten oppervlakkig groeien, moet je ook bij onkruid wieden opletten. Plant je een paprikaplant in een pot, moet de pot voldoende diep zijn.

Op het moment van aanplant moet de bodemtemperatuur voldoende hoog zijn. Alle zuiderse planten vragen warme voeten.De grond moet ook voldoende lucht bevatten dus niet te fijn bewerken.

Wormenaarde in serre

Bemesting

Mulchen als basisbemesting

Paprikaplanten groeien op alle gronden als ze voldoende humus hebben. Compost en wormenaarde is ideaal als mulchlaag in de geulen of rond de planten evenals verteerd stalmest.

Ik zelf leg de geulen vol wormenaarde. Met het watergeven dringt de wormenaarde tijdens het seizoen door naar de wortels. Ik doe dit nu al drie jaren maar kreeg al na het eerste jaar een betere oogst.

Bladbemesting als bijbemesting

Bij de paprikateelt kan je twee van onze bladvoedingen gebruiken. De grootste kracht van een bladvoeding komt tot uiting als het verneveld wordt over de bladeren. Via de huidmondjes komt het product direct in de sapstroom van de plant terecht. Bladvoedingen pas je toe vanaf de aanplant en worden idealiter om de drie weken herhaald.

  1. Microferm is geen gewone bladvoeding, het bevat geen stikstof, fosfor of kalium maar bestaat uit nuttige bacteriën, schimmels en gisten. Microferm om de drie weken over de planten vernevelen maakt de planten weerbaarder tegen ziekten en plagen.
  2. Oenosan bestaat uit 100 % gemalen calcietgesteenten, zo fijn gemalen dat het opgelost kan worden in water en als bladvoeding aan planten kan worden toegediend. Oenosan zorgt voor zoetere vruchten, betere weerstand maar vooral ook minder behoefte aan water in warme maanden. Heb je elk jaar last van veel neusrot, gebruik dan ook Oenosan. Vanaf het aanplanten Oenosan spuiten en dit om de drie weken herhalen.
De groentenkas staat winter en zomer open

Teeltzorgen

Bevruchten van paprika: paprika’s zijn zelfbestuivend dus de bevruchting loopt vanzelf. Als de plant nog klein is en al veel bloemen draagt, is het aangeraden om de eerste bloemen te verwijderen (max 10) zodat de energie naar de groei van de plant zelf gaat in plaats van naar de vruchtvorming.

Snoeien van de paprikaplanten in de kas gebeurt op twee tot drie hoofdstengels op het moment dat de plant 40 cm hoog is. Je behoudt drie sterke stengels en de rest snoei je weg. Dankzij de snoei krijg je meer vruchten. Rond elke stengel bevestig je een koord die je aan de bovendraden vast maakt. Vervolgens draai je de koorden rond de stengels. In geval van buitenteelt moet er niet gesnoeid worden omdat de planten daar niet zo weelderig groeien.

Dagelijks de kas of plastic serre luchten is noodzakelijk om schimmels te vermijden. In de zomermaanden mag de kas ook ’s nachts blijven open staan.

Gieten doe je in de voormiddag indien nodig zodat de planten in de loop van de dag kunnen opdrogen. Mijn ervaring is dat mensen vaak veel te veel gieten. Hierdoor ontwikkelt de plant een oppervlakkig wortelgestel in plaats van wortels die diep in de grond trekken.

Als je de grond voor het planten door en door bevochtigt (en een 10tal dagen laat opdrogen), dan kun je na het planten gerust een maand of langer wachten vooraleer te gieten. Samen met een actieve bodembiologie van wormenaarde of bokashi-starter ontwikkelt zich op deze manier een sterk wortelgestel bij de planten.

Ook mulchen in de loop van het seizoen met gras, maakt dat de bodem niet zo snel uitdroogt. Oenosan gebruiken maakt de bladeren van planten dikker van structuur waardoor gieten tot 75% kan gereduceerd worden.

De zijscheuten die zich ontwikkelen in de bladoksels van een paprikaplant kunnen in het begin verwijderd worden. Nadien is dit niet meer nodig.

Hier merk je hoe paprika van groen naar rood verkleurt

Wanneer oogsten?

Paprika’s kunnen zowel groen geoogst worden als wanneer ze hun volle, rijpe kleur gekregen hebben: hetzij geel, oranje, rood of bruin naargelang de soort.

Alle paprika’s zijn eerst groen, dan zijn ze nog onrijp maar kunnen ze wel geconsumeerd worden. Als je ze groen laat hangen aan de planten, krijgen ze nadien hun definitieve kleur. Dit duurt gemiddeld een maand langer en vraagt veel energie van de plant. In functie van het seizoen kan je kiezen om de vruchten groen of rijp te oogsten. Rijpe paprika’s zijn veel lekkerder van smaak dan groene paprika’s!

Ziekten en plagen van paprika

We bespreken hier de belangrijkste ziekten die kunnen voorkomen. Wat te doen tegen ziekten en plagen op paprika?

Boytrytis op paprika
  1. Botrytis cinerea
  2. Deze schimmel geeft bruine vlekken op de stengels wat maakt dat de takken op termijn afbreken. Vruchten worden aangetast door een grijs schimmelpluis.

    Preventie: zoveel mogelijk luchten en watergift beperken. Snoeien bij een dik gewas. Oenosan of Microferm op regelmatige basis spuiten over de bladeren maakt de planten veel weerbaarder tegen schimmels.

    Curatief: aangetaste vruchten en stengels wegknippen en in de GFT-bak gooien.

  3. Sclerotiniarot
  4. Aan de voet van de stengel ontstaan bruine plekken met een wit schimmelpluis. De twijgen verwelken en moeten zo snel mogelijk verwijderd worden. Als de stam aangetast is, gaat de plant afsterven. Paprika niet planten na bonen of sla.

  5. Bladluizen
  6. bladluis

    De groene perzikluis en de rode tabaksperzikluis zijn de grootste boosdoeners in paprika. Ze kunnen op zeer korte tijd de volledige plant inpalmen. Je moet dus snel handelen als je bladluizen op paprika vaststelt.

    Net als alle bladluizen gaan ze plantensappen opzuigen. Het teveel aan suiker scheiden ze terug uit en geeft de plakkerige massa op de bladeren en vruchten. Hierop groeit nadien een zwarte schimmel. Bladeren kunnen ook misvormen door de zuigschade van de bladluizen.

    Preventief: Plantenstress voorkomen. In ons blog van april 2022 lees je meer over plantenstress en hoe voorkomen. Overbemesting zorgt dat luizen worden aangetrokken evenals teveel of te weinig water en gebrek aan voedsel. Geef dus enkel een goede standaardbemesting met compost of wormenaarde.

    Kaliumgebrek kan verholpen worden met houtas of Vinasse. Gebruik plantversterkende middelen zoalsOenosan of lavameel om de bladeren te verstevigen. Stevige bladeren lusten de luizen niet graag.

    Adalia larve

    Curatief: gebruik larven van lieveheersbeestjes Adalia of larven van gaasvliegjes Chrysopa om de bladluizen te bestrijden. Gebruik liever geen pyrethrum, Neemolie of spinosad omdat deze middelen niet selectief werken en ook nuttige insecten afdoden.

    Mieren en bladluizen

    In de buurt van de bladluizen zijn vaak mieren aanwezig. De mieren beschermen de bladluizen omdat ze houden van de suiker die de bladluizen uitscheiden. Mieren beschermen de luizen ook tegen hun natuurlijke vijanden zoals larven van lieveheersbeestjes of gaasvliegen.

    Ze kunnen de larven dood bijten of van de planten gooien waardoor de biologische bestrijding niet goed kan lopen. Het is daarom essentieel dat je eerst de mieren aanpakt vooraleer de larven uit te zetten. Dit kan met Mier-run als je de mierennest weet of met ecologische mierenlokdoosjes.

    Mier wandelen insecten bladluis

  7. Witte vlieg
  8. Witte vlieg

    Dit insect is één van de meest voorkomende plagen in kasteelten. De larven en volwassen witte vliegen zuigen plantensappen van de paprikaplant. Het teveel aan suikers dat ze daarmee opzuigen, scheiden ze terug uit en geeft een plakkerige massa die de paprika’s bevuilt. Na een tijd groeit op deze honingdauw een zwarte roetdauwschimmel, net zoals bij bladluizen. Witte vlieg overwintert als larve of ei of als vlieg in verwarmde serres. Behandeling is dus nodig om te vermijden dat je het volgend seizoen terug vroegtijdig witte vlieg hebt.

    Preventief: hang gele kleefplaatjes op in de kas om de eerste vliegen te signaleren en weg te vangen. Zet tagetes of een tabaksplant in de kas, de geur zou de witte vlieg afschrikken.

    Gele vangplaatjes voor volwassene witte vlieg
    Encarsia sluipwespen

    Curatief: Gebruik Encarsia sluipwespen of Eretmocerus sluipwespen om de witte vlieg te bestrijden. Begin bij een begin van aantasting om de plaag snel onder controle te krijgen.

  9. Spint
  10. Kasspint is een mm kleine spintmijt, beige-bruin van kleur met twee donkere vlekken aan de zijkanten van hun lichaam. Ze zuigen aan de onderkant van de bladeren waardoor er aan de bovenkant gele vlekjes ontstaan. Op de duur verkleuren de bladeren volledig en zie je de vorming van spinsel tussen de bladeren.

    Preventief: goed verluchten maar echte tochtplekken vermijden. De kas voldoende beschaduwen om hoge temperaturen te vermijden. Oenosan als bladmeststof regelmatig spuiten om de bladeren te verharden.

    Soni-mite kweekzakjes bij paprika

    Curatief: Gebruik Phyto-mite en/of Forni-mite om de spintplaag in een vroeg stadium onder controle te krijgen. Heb je elk jaar last van spint, gebruik danSoni-mite preventief vanaf de planten in de kas of tunnel geplant zijn. Heb je een zware aantasting van spint, knip alle fel aangetaste bladeren weg en zet dan Chrysop uit ingeval je weinig planten hebt en Chrysopa ingeval je veel planten hebt.

  11. Trips
  12. Tripsen zijn zeer kleine beige, langwerpige insecten die evenals hun larven plantensappen zuigen. In groenteteelt komt vooral de Californische trips voor. Door de zuigschade ontstaan aan de bovenkant van het blad zilvergrijze vlekken. Meestal zie je ook zwarte puntjes op het blad, dat zijn de uitwerpselen van trips. De vruchten krijgen door de zuigschade verkurkte lijnen.

    Zowel in de kas als buiten onder een tunnel kunnen paprika’s serieus last krijgen van trips. In de natuur vind je tripsen vaak in de bloemen terug waar ze zich voeden met stuifmeel.

    Verkurkingen door trips
    Orius

    Preventief: de kas goed luchten en zorgen dat de planten goed doorgroeien met de juiste watergift. Vruchtwisseling toepassen. Oenosan als bladmeststof regelmatig spuiten om de planten weerbaar te maken.

    Curatief: maak gebruik van onze nuttige insecten Orius en Amblyseius-system om zowel de larven als volwassen tripsen te bestrijden. Beide insecten kunnen gecombineerd gebruikt worden.

  13. Slakken
  14. Slakkenringen

    Slakken kunnen vooral buiten veel schade aanrichten aan de paprikaplanten en vruchten. Enkele weken voor het aanplanten kan je de bodem behandelen met No-slug om de slakkenpopulatie in de grond af te doden. Je kan de paprikaplanten in het begin van de teelt ook omringen met anti-slakkenringen, zo kunnen de slakken niet van de jonge plantjes eten.

  15. Rupsen
  16. Er kunnen verschillende vlinder- en mottensoorten hun eitjes op de paprika afleggen. Dit is echter niet algemeen voorkomend bij particuliere tuinen. In de beroepsteelt heeft men wel veel last van de Turkse mot die zowel paprika als tomaat aantast. Ook de anjerbladroller kan veel schade geven in paprika.

    Preventief: In geval van buitenteelt, kan je de tunnel van klimaatdoek volledig afsluiten (dus ook voor en achteraan) waardoor de vlinders niet kunnen invliegen. Bij een plastic tunnel is dit niet aangeraden omdat er dan te weinig verlucht wordt.

    Lavameel wekelijks verstuiven op de bladeren helpt zowel tegen bladluizen als om ei afleg van rupsen te verminderen. Lavameel heeft bovendien een uitdrogende werking op rupsen.

    Curatief: gebruik Carpo-care om de rupsen in een jong stadium af te doden. Carpo-care zijn aaltjes in een kleiformule. Deze moeten opgelost worden in water en ’s avonds in de schemer over de planten worden gespoten. Het is een contactmiddel, je moet de rupsen dus raken. De aaltjes dringen de rupsen binnen via mond of anus en laten bacteriën vrij in het lichaam. De rupsen worden dan bacterieel vergiftigd. Wil je meer weten over aaltjes?

    Trichogramma sluipwespen parasiteren op de eitjes van de Turkse mot. Niet gemakkelijk bruikbaar voor de particulier. Meestal ziet men de schade pas als er al rupsen aanwezig zijn. Deze sluipwespen zijn echter ei-parasieten, ze werken niet op andere stadia.

    Neusrot op paprika
  17. Neusrot
  18. Op de aangetaste vrucht is een bruine, leerachtige plek zichtbaar. De reden is een gebrek aan calcium in de vrucht. De celwanden verliezen hun stevigheid als er onvoldoende calcium in de vrucht aanwezig is. Zwakke celwanden lekken en gaan invallen. Vooral bij warm weer kan dit probleem zich manifesteren.

    Heb je regelmatig last van neusrot, bespuit je planten vanaf de aanplant met Oenosan. Oenosan is een 100 % calcietgesteente dat vermalen is tot zodanige kleine partikels dat het via de huidmondjes direct in de sapstroom van de plant wordt opgenomen. Spuit om de drie weken tot aan de oogst.

    Laat zeker ook een bodemanalyse doen bij de Bodemkundige Dienst van België of een andere instantie want neusrot wijst erop dat de bodem niet in balans is.