aardappelen kweken

Hoe kan je zelf aardappelen kweken? En waar moet je allemaal op letten? Welke ziektes kunnen aardappelen treffen? Dat lees je allemaal hier.
... Lees meer
5 producten
Sorteer op

Vroeger stonden er dagelijks aardappels op de menu maar ondertussen worden ze veel minder gegeten en eerder als groenten beschouwd. Er zijn dan ook vele alternatieven zoals pasta, rijst, quinoa, couscous, bulghur en natuurlijk ook zoete aardappel.

Aardappel komt net als zoete aardappel van oorsprong uit Zuid-Amerika, waar ze al 13.000 jaar geleden voorkwamen. Zowel in Chili als Peru werden met zekerheid aardappels verbouwd. In 1621 werd de aardappelplant vanuit Chili naar Europa ingevoerd. Aanvankelijk dachten onze voorouders dat de knollen niet eetbaar waren net als de giftige bloemen, bladeren en bessen. Het duurde 200 jaar vooraleer de aardappel als voedsel was ingeburgerd.

Verschillende soorten aardappelen

Welke gif zit er in de nachtschade groenten?

Aardappels behoren tot de familie van de nachtschade, net zoals tomaten, aubergine, paprika en peper. Van al deze planten eten we enkel de vruchten en geen bladeren, bloemen of bessen. Planten uit de nachtschadefamilie produceren de alkaloëde solanine en soms ook Capsaïcine en tomatine. Met veredeling zijn er steeds meer gifstoffen uitgehaald maar niet allemaal.

Aardappelen bevatten gemiddeld 40 mg solanine per kg. Het wordt schadelijk vanaf 200 mg voor een volwassene en is dodelijk bij 400 mg. Als je 5 kg aardappels in één keer eet, zou je kunnen verwachten ziek te worden. Groen geworden aardappels, beschimmelde aardappels en onrijpe aardappels bevatten meer solanine en worden daarom best vermeden. Heb je bewaaraardappels met lange scheuten, dan snij je best ook de kiemen in de aardappelen goed weg.

Soorten aardappels

Aardappels verschillen in smaak en textuur. Er zijn kruimige aardappels en vaste aardappels. Dat is de eerste keuze die je moet maken. De textuur bepaalt ook vaak waarvoor de aardappels gebruikt worden: voor friet en aardappelpuré zijn kruimige aardappelen meer geschikt terwijl vaste aardappels ideaal zijn voor salades of om puur te eten.

Verder is smaak ook variërend, niet alleen tussen rode of gele aardappels maar ook tussen gele aardappels onderling. Er komen steeds nieuwe soorten bij ter vervanging van oudere rassen. Bintjes (bloemig) en Charlotte (vast) zijn twee soorten die - ondanks dat ze al lang bestaan- in de running blijven.

Het nadeel van oude soorten is dat ze gevoeliger zijn aan de aardappelziekte of schurft in vergelijking met nieuwe soorten. Het is interessant om bij je keuze van pootaardappels rekening te houden met de gevoeligheid aan Phytophthora (aardappelziekte) omdat deze plaag heel aanwezig is in ons klimaat.

Verder is er een onderverdeling te maken naargelang de planttijd en dus ook de oogsttijd van de aardappels. Globaal spreken we van vroege, middelvroege, middellate en late aardappelen.

aardappelen voorkiemen

Aardappelen voorkiemen

Plantgoed van aardappels koop je best tussen half januari en eind februari. Vroege pootaardappels koop je voor half februari. Op dat moment hebben ze nog geen uitlopers. Daarvoor zorg je zelf door ze eerst een week op kamertemperatuur te zetten (minimum 18°C). Licht en warmte zorgt ervoor dat ze gelijkmatig kiemen. Daarna verplaats je ze naar een koude, lichte ruimte op 10°C. Zo worden de kiemen donkerrood en sterk. Je kan de pootaardappelen hiervoor ook buiten onder een beschutting plaatsen. Ze mogen niet nat worden en het mag ook niet gaan vriezen.

De scheuten mogen niet langer dan 2 cm zijn bij het uitplanten. Plaats je de aardappels te donker of te warm, ga je lange, witte scheuten krijgen. Deze scheuten zijn zwak en gaan gemakkelijker afbreken bij het uitplanten.

Voorkiemen van aardappelen is geen noodzaak maar zorgt er gemiddeld voor dat je twee weken vroeger kan oogsten. Mooi meegenomen toch?! Vroege aardappelsoorten worden altijd voor gekiemd.

Pootaardappels of aardappelen uit de supermarkt kopen?

Je zou kunnen overwegen om aardappels uit de winkel te kopen en deze te laten kiemen. Dikke aardappelen snijd je dan in twee en laat je enkele dagen tegen elkaar liggen zodat er zich een kurklaag vormt. Het nadeel van consumptieaardappelen is dat je geen zekerheid hebt van oogst. Je weet niet hoe gevoelig ze zijn aan schimmels en ook niet hoe goed ze zullen kiemen. Maar het kan de moeite waard zijn als je ergens een lekker ras tegenkomt.

Hebben je aardappels geen ziektes gehad tijdens de opkweek en heb je ze koel bewaard, dan kan je de kleinste aardappelen van je eigen oogst gebruiken als pootaardappelen. Elk jaar je eigen plantgoed gebruiken zou ik zeker niet adviseren. Jaar om jaar kan wel als je planten gezond zijn opgegroeid.

Pootaardappels kopen geeft de meeste zekerheid op goed resultaat. Je kan trouwens ook biologisch pootgoed kopen.

Wanneer aardappels poten?

Wanneer je aardappelen best poot, hangt af van de aardappelsoort.

Vroege aardappels: tussen half maart en half april. Half maart planten is echter niet mogelijk op zware gronden gezien die vaak nog veel te nat zijn. Vroege aardappels gedijen het best op humusrijke zandgrond.

Half vroege aardappels: tussen half maart en eind april.

Half late soorten plant je in april.

Late soorten van half april tot half mei.

Samengevat: eigenlijk kunnen alle soorten pootaardappels in april geplant worden. Het beste is echter om zo vroeg mogelijk binnen de periode van de aardappelsoort te planten omwille van het gevaar van de aardappelziekte. Hoe vroeger je plant binnen de periode dat mogelijk is, hoe meer kans dat je toch aardappels kan oogsten op het moment dat de aardappelziekte toeslaat.

Ondanks dat de planttijd niet erg varieert, is er toch een groot verschil in oogsttijd tussen vroege, half vroege en late soorten. Vroege aardappels hebben een kortere groeiperiode dan de andere soorten waardoor ze al in juni kunnen geoogst worden. De andere soorten zijn pas vanaf augustus, september en oktober oogst klaar.

Aardappelen planten

Aardappels planten

Vroege aardappelsoorten vormen minder loof en kunnen daardoor dichter bij elkaar geplant worden. Om goed te kunnen aanaarden, is het goed voldoende afstand tussen de rijen te behouden.

Vroege aardappelen zet je op 35 cm van elkaar en op een rijafstand van 60 cm. De andere soorten plant je op 40 cm van elkaar en ook op 60 cm rijafstand.

Het planten zelf doe ik met een spade. Op één lijn maak ik de gaten naast elkaar op een diepte van 15 cm. Als je ondieper plant, vallen de planten gemakkelijk om als ze groot zijn en komen de aardappels snel boven de grond te liggen tijdens de groei. Bij de volgende rij vul je de gaten met de grond die je uitschept om nieuwe gaten in de tweede rij te maken.

Tip: Plant de pootaardappelen met de kiemen omhoog, zo zullen ze mooi uitgroeien naar het licht.

Aanaarden van aardapplplanten

Aanaarden van aardappelplanten

Aanaarden van aardappelplanten heeft verschillende functies:

  • Het bevordert de ondergrondse stengelvorming.
  • Het beschermt tegen mogelijke nachtvorst.
  • Aardappelplanten kunnen fors uitgroeien. Met aanaarden vermijd je dat ze snel opvallen bij een onweer of stortbui.
  • Je vermijdt dat aardappels bovengronds komen te liggen en groen worden. Groene aardappels bevat extra solanine wat niet gezond is.

Aanaarden doe je door tussen de rijen aardappelplanten met een hak de grond vlak bij de planten te brengen. Je maakt als het ware een rug rond de aardappelplanten.

Aanaarden doe je best in twee keer: de eerste keer als de planten 10 cm zijn en nog een keer als ze 20 cm zijn.

Wordt er nog nachtvorst voorspeld, kan je met aanaarden zelfs het loof terug onder de grond stoppen. Of je kan de aardappelen beschermen met klimaatdoek.

Aardappel kweken in een zak

Een lege zak van potgrond maar ook een grote containerpot kan dienstdoen om aardappels te kweken. Er zijn ook speciale aardappel-groeizakken (aardappel-kweekzak) op de markt, deze zijn gemaakt van een geweven kunststof.

Aardappel kweken in een zak is eenvoudig en gelijkaardig als in volle grond.

  • Je begint met voorkiemen van de aardappels zoals hierboven beschreven.
  • Je vult de zak met een mengeling van gewone aarde, eventueel potgrond ter vervanging of gemengd met gewone aarde en wormenaarde (70% aarde-30 % wormenaarde).
  • Je poot per zak één tot maximum 3 pootaardappels, afhankelijk van de diameter van de kweekzak. De pootaardappels moeten 25 cm uit elkaar liggen.
  • Je dekt de aardappels af met een flinke laag aarde of potgrond.
  • Naarmate de plant groeit, kan je potgrond toevoegen. Dat vervangt het aanaarden zoals in volle grond gedaan wordt.
  • Ingeval nachtvorst voorspeld wordt, de aardappelplanten afdekken met klimaatdoek.
  • Water geven doe je best met mate, afhankelijk van de seizoen en de plaats waar de zak staat. Zeker in een plastic zak moet je niet veel water geven gezien er weinig verdamping is in de zak.
  • Als je voldoende wormenmest gebruikt hebt, hoef je niets meer bij te mesten tijdens het groeiseizoen.
  • Het oogsten van aardappels gebeurt zoals hieronder beschreven.

Wat is de beste meststof voor aardappels?

Eigenlijk is de vraag: hoe krijg je grote aardappels? Aardappelen stellen in feite geen zware eisen aan de grond. Vroege aardappels laten zich het beste telen op zandgrond omdat die grond sneller opwarmt in het voorjaar. Verder speelt de grondsoort weinig rol. Aardappels willen vooral een luchtige, humusrijke grond. Dit bekom je door je tuingrond een jaarrond te mulchen.

Na het planten mulch ik het perceel van de aardappels niet met gras of andere mulch. Gewoon omdat het lastig is om de aardappelplanten aan te aarden met een mulchlaag. Na de tweede aanaarding groeit het bladerdek snel dicht waardoor er nog weinig licht en onkruid onder de planten komt.

Aardappels groeien bij mij op de voorraad humus die in de grond aanwezig is. Heb je te weinig humus in de grond opgebouwd gedurende de afgelopen jaren, kan je dit compenseren met compost of wormenmest toe te voegen. Verdeel dit over het perceel voor het planten. Je kan ook in de winter het perceel bedekken met gerijpt stalmest als wintermulch.

Ikzelf geef nooit extra korrelmeststoffen aan de aardappelplanten. Wel strooi ik éénmaal gezeefde houtassen over het perceel als de planten 30 cm hoog zijn. Houtasse van onbehandeld hout geeft kalium en dat is de enige extra voeding die knollen nodig hebben. In houtasse is kalium volledig oplosbaar in water en dus snel opneembaar voor de planten. Niet overdrijven is dus de boodschap! Naast kalium bevat houtasse ook calcium en magnesium.

Het bekalken van een aardappelperceel is niet aan te raden want dit leidt gemakkelijk tot schurft bij aardappels. Bovendien zijn de meeste tuinen over bekalkt. Test dus steeds of je grond wel moet bekalkt worden. Indien ja, kies dan voor lavameel.

Geef zeker geen extra stikstof aan de aardappelplanten, dit bevordert de loofvorming maar niet de knolvorming.

Wanneer aardappels oogsten?

Vroege aardappels oogst je vroeger dan de andere soorten. Vroege aardappels oogsten kan je zelfs doen met groen loof. Ze worden dan geoogst om meteen te consumeren. De aardappels zijn nog niet volgroeid maar ze zijn wel lekker. De schil is dun en je kan ze ongeschild eten. Je mag vroege aardappelen ook later oogsten als het loof wel geel is, dan zullen ook de knollen dikker zijn.

Wil je aardappels goed bewaren, is het belangrijk om het loof te laten afrijpen. Afrijpen betekent dat het loof geel wordt en verdord, op dat moment gaan de knollen niet meer dikken en een hardere schil vormen in de grond. Ingeval van Phytophthora, ben je verplicht om vroeger te oogsten. Anders gaan ook de knollen aangetast worden door deze schimmel. Snij het aangetaste loof dan weg en laat de aardappels nog enkele weken in de grond zitten vooraleer te oogsten. Zo wordt de schil alsnog harder.

Aardappels oogst je best bij droog en zonnig weer, dan kan je de aardappelen oogsten zonder er te veel grond aan kleeft. Late aardappels moeten voor de vorst worden geoogst.

Hoe aardappels oogsten

Hoe aardappels oogsten?

Aardappelen groeien bossig uit. Steek met een platte oogstvork niet te dicht bij het dorre loof want anders ga je aardappels doorboren. Raap alle aardappelen op, ook de allerkleinsten. Als je kleine aardappels achterlaat in de bodem, gaan hieruit nieuwe aardappelplanten groeien in het najaar en het volgend voorjaar. Dit noemt men aardappelopslag en wordt best vermeden in de strijd tegen de coloradokever en phytophthora.

Als de aardappels geoogst zijn, verspreid je ze op een verhard stuk en laat je ze enkele dagen rusten in de zon. Dan is de grond die aan de aardappels kleefde, opgedroogd en kan je ze droog opbergen. Laat ze maximum 2 dagen in de zon drogen, anders gaan ze groen worden.

Leg de aardappels vervolgens in laagjes in kisten om te bewaren. Leg maximum 3 lagen aardappelen op elkaar. Ik persoonlijk vind de zwarte plantenbakken hiervoor ideaal.

Hoe aardappels bewaren

Hoe aardappels bewaren?

Aardappels worden best in laagjes in bakjes gezet die je op elkaar kan stapelen. De zwarte, plastic kweekbakken vind ik daarvoor ideaal. Zo blijft er voldoende luchtcirculatie rond de knollen. Leg niet meer dan drie laagjes aardappelen op elkaar in een bak.

De ruimte moet droog, donker en goed geventileerd zijn. De beste bewaartemperatuur is tussen 4 en 8°C. Lager dan 4°C is nefast omdat het zetmeel in de aardappel wordt omgezet in suikers wat leidt tot een vieze, zoete smaak. Hoger dan 8 °C leidt vooral vanaf januari tot scheutvorming. Witte, lange scheuten ontstaan doordat de knollen donker moeten bewaard worden. De knollen gaan rimpelen en worden minder smakelijk.

Deze scheuten verwijder je best regelmatig om te vermijden dat de aardappelen taai en oneetbaar worden. De ogen rond de uitlopers snij je weg als je de aardappelen schilt.

Vroege aardappelen bewaren maximum tot het einde van het jaar terwijl de andere soorten tot maart van het jaar daarop kunnen bewaard worden.

Aardappelziektes

Om ziekten en plagen bij aardappels te vermijden, is het best om slechts om de 4 jaar op hetzelfde perceel aardappel te kweken. De grond is na de aardappelteelt goed van structuur. Je kan hierop nog bladgewassen als nateelt planten behalve bij late aardappelsoorten gezien die laat geoogst worden.

Welke ziektes kan een aardappel krijgen? Dat zijn er heel wat, zowel schimmels als insecten kunnen aardappel belagen. In de hobbytuin heeft men het meeste last van de aardappelziekte en de coloradokever.

Schimmels op aardappelen

Aardappelziekte, Phytophthora

Aardappelziekte herkennen

De aardappelziekte of phytophthora komt ook bij tomaten voor. Het is dezelfde schimmel. In eerste instantie zie je op de bovenkant van de bladeren bruine plekken. Aan de onderkant zie je een grijs schimmelpluis. Ook de stengels krijgen na verloop van tijd bruine plekken. Vochtig en warm weer zijn ideaal om de schimmel te laten kiemen.

Door de regen komen de sporen op de grond terecht en worden ook de knollen aangetast. Dit zie je aan bruine, rotte plekken op de aardappelen.

  • Hebben je aardappelplanten phytophthora gehad, controleer alle knollen grondig en regelmatig. Aangetaste knollen kunnen gezonde aardappels tijdens de bewaring nog aantasten. Je ruikt het trouwens meteen als je de opslagruimte binnen komt, het verspreidt een doordringende, rotte geur.

Phytophthora bestrijden?

In een warme droge zomer heb je geen last van de aardappelziekte terwijl in regenachtige zomers phytophthora snel optreedt. De aardappelziekte kan dus jaarlijks op de loer liggen. Biologisch bestrijding van Phytophthora is niet mogelijk. Je kan wel heel wat preventieve maatregelen nemen:

  • Kies zoveel als mogelijk voor resistente rassen.
  • Plant zo vroeg mogelijk, liefst half maart of begin april. Zo kunnen de knollen toch nog een redelijke dikte hebben vooraleer de plaag toeslaat.
  • Voorkiemen helpt om de oogst te vervroegen.
  • Zowel aardappelen als tomaten worden aangetast. Zorg dus dat ze niet meteen in elkaars buurt staan.
  • StreAangetaste planten moeten meteen worden afgevoerd. Doe ze nooit op de composthoop. De schimmelsporen overwinteren op aangetaste knollen in de grond of op loof in de composthoop. pjes
  • Last but not least: behandel de aardappelplanten preventief met Oenosan om de bladeren te harden zodat schimmels minder kans krijgen om te kiemen. Begin met de behandeling als de plantjes 10 cm groot zijn en blijf het tweewekelijks toepassen tot aan de oogst.
Aardappelziekte<
Aardappelziekte

Schurft op aardappelen

Schurft op aardappels

Hoe herken je gewone schurft op aardappelen?

Schurft zijn verkurkte, ruwe plekken die ontstaan aan de buitenkant op de knol. Het lijkt dat de knollen pokken hebben. Het wordt veroorzaakt door de schimmel Stremtomyces. De schimmel is vooral schadelijk als het droog is tijdens de knolvorming en kan diep tot in de aardappel doordringen.

Hoe schurft bij aardappelplanten voorkomen?

  • Schurft ontstaat gemakkelijker als de bodem een te hoge PH (zuurtegraad) heeft of alsnog gekalkt wordt net voor het planten van pootgoed.
  • Ingeval van lange, droge periodes helpt het om tijdens de knolvorming gedurende 3 à 4 weken water te geven. Dit doe je niet op de bladeren (anders stimuleer je Phytophthora) maar onderaan de knollen. Je kan ook gebruik maken van een druppelsysteem.

Verschillende soorten schurft op aardappels

Er zijn verschillende soorten schurft die op aardappels kunnen voorkomen. Naast de gewone schurft, is er ook lakschurft (rhioctonia solani) die herkenbaar is aan zwarte korstjes op de knollen. Lakschurft wordt bevorderd door vers stalmest.

Verder bestaat er poederschurft. Dit komt in particuliere tuinen zelden voor. Het wordt veroorzaakt door de schimmel Spongospora. Het gaat vooral via besmet pootgoed over en kan vanuit een besmette grond jarenlang voor problemen zorgen. Het kenmerkt zich door kratervormige pokken, misvormingen en kankers op de knollen. Het kan gemakkelijk verward worden met gewone schurft. Poederschurft ontstaat vooral in regenachtige periodes terwijl gewone schurft in droge periodes kan toeslaan.

Coloradokever

Plagen op aardappels

Coloradokever

De coloradokever is één van de meest gevreesde insecten bij de aardappelteelt. Zowel de volwassen kevers als hun larven eten bladeren van de aardappelplant en kunnen op relatief korte tijd de planten volledig kaalvreten. Meer weten over coloradokever en hoe deze te bestrijden?

Bladluizen op aardappels

Bladluizen veroorzaken op aardappelplanten in hobbytuinen weinig last. Als het al voorkomt, doen ze nagenoeg geen schade aan de aardappeloogst waardoor ze niet moeten bestreden worden. De volgende soorten bladluizen kunnen op aardappels voorkomen: aardappeltopluis, de zwarte vuilboomluis (vuilboom=sporkehout), de wegedoornluis en groene perzikluis. Vooral de groene perzikluis is een belangrijke overdrager van verschillende virusziektes, ook in aardappel.

Virusoverdracht door bladluizen vormt enkel een probleem bij de kweek van pootgoed en niet ingeval je gewoon consumptieaardappelen teelt.

Meer weten over bladluizen in het algemeen?

Ritnaalden in aardappels

Ritnaalden in aardappels

Ritnaalden zijn larven van de kniptor. Ze verblijven 3 tot 4 jaar in de grond. De jonge larven voeden zich met organisch materiaal en de oudere larven vreten allerlei gangen in wortels en knollen waarbij aardappels zeer geliefd zijn. Je hebt van ritnaalden vooral last op percelen die net ontgonnen zijn van grasland naar moestuin. Weiden zijn immers de uitgelezen plaats voor de kniptor om eitjes af te leggen.

Alles weten over ritnaalden en hun bestrijding?

Klimaatdoek

Andere problemen op aardappels

Glazige aardappels

Waarschijnlijk heb je ook al wel eens glazige aardappels op je bord gehad? Ze zijn doorschijnend van structuur en niet meer eetbaar, vaak zie je het pas als ze gekookt zijn.

Glazige aardappelen ontstaan onder andere bij doorwas. Doorwas treedt op als aardappelplanten met een niet gesloten bladerdek, worden blootgesteld aan hoge luchttemperaturen (> 25°C) gedurende meerdere dagen, gevolgd door regen of beregening. De hitte in de grond zorgt dat de knollen opnieuw scheuten vormen waaraan zich nieuwe knollen vormen.

De nieuwe knolletjes gebruiken de eerstgevormde knollen als voedselbron. Ze onttrekken daarbij zetmeel aan de eerste knol waardoor de eerstgevormde aardappelen glazig worden.

Om doorwas te voorkomen is het belangrijk de aardappelen voor te kiemen en op tijd te planten zodat ze een dichtgegroeid bladerdek hebben vooraleer het echt warm wordt. Als het gewas goed is dichtgegroeid helpt dit de grond koeler te houden.

Je kan ook klimaatdoek gebruiken zodat de grond minder opwarmt. Regelmatig water geven bij droge en warme periodes is eveneens belangrijk om de grond koeler te houden en doorwas te voorkomen.

Ingeval van doorwas wacht je niet tot het loof is afgestorven. Je oogst de planten met groen loof. Dit zorgt voor een minder goede bewaarbaarheid maar beter dit dan glazige aardappelen.

Babyknolletjes

Aardappelen met babyknollejtes

Aardappelen kunnen in de grond babyknolletjes ontwikkelen op bestaande aardappelknollen. Het wijst in het algemeen op slechte groeiomstandigheden tijdens het seizoen waardoor de plant reageert met nieuwe knolletjes te stimuleren.

Hierbij de meest voorkomende oorzaken:

  • Stress door hitte en droogte.
  • Onregelmatige vochtvoorziening: opeens veel water en dan weer erg droog. Dit heb je bij hete zomers die afgewisseld worden met zware onweders.
  • Beschadiging van de plant door bijvoorbeeld zware hagelval, insecten of ziekten.
  • Te lang wachten om te oogsten terwijl het loof al afgestorven is.

De babyknolletjes zijn op zich geen probleem maar kunnen ervoor zorgen dat de kwaliteit van de grote aardappel vermindert (bijvoorbeeld glazige aardappelen) en de grote aardappel minder goed bewaard. Deze aardappelen best eerst consumeren.

Zwarte of blauwe plekken op aardappels

Er kunnen zich twee soorten blauwe plekken voordien. Blauwe plekken direct onder de schil zijn het gevolg van onvoorzichtig rooien, men noemt het stootblauw. Het doet niets aan de smaak van aardappelen. Je moet vaak wel veel weg snijden bij het schillen.

Er kunnen ook inwendig zwarte plekken in de aardappel komen. Dit gebeurt als de aardappels bij te lage temperaturen worden bewaard. Onder de 4°C gaat het zetmeel in de aardappels versuikeren, hierdoor gaan ze zoet smaken en krijgen ze zwarte plekken.

Holle aardappels

Holle aardappels

In het midden van de aardappel is er een holte ontstaan die aan de buitenkant niet zichtbaar is. Het is eerder een lensvormige of stervormige opening. Naarmate de knol groeit, wordt ook de holte groter. De wanden van de holte worden afgesloten met een laagje wondkurk waardoor bij bewaring de aardappels niet verder rotten.

Men weet niet precies hoe holle harten in de aardappel ontstaan maar het blijkt vooral bij grote, lange knollen voor te komen. Men denkt dat hoge bodemtemperaturen en onregelmatige watervoorziening aan de basis kan liggen. Ook een afwisseling tussen gunstige en ongunstige groeiomstandigheden kan deze kwaal in de hand werken.

Stress bij aardappelen

Bruinverkleuring door stress

Bruinverkleuring door stress wordt ook enzymatische bruinverkleuring genoemd. De bruine kleur ontstaat door een oxidatieproces . Enzymen reageren op beschadigde cellen en dit leidt tot bruine pigmenten. Dit kan door verschillende factoren veroorzaakt worden:

  • Droogte- en hittestress: langdurige droogte en hitte, zeker als planten niet zijn dichtgegroeid met een dik bladerdek, leidt tot bruine vlekken in het weefsel van de knol. De bruinverkleuring kan zich net onder de schil voordoen of de volledige aardappel bruin kleuren.
  • Zuurstoftekort bij bodems die verzadigd zijn van water: aardappelen hebben zuurstof (lucht) nodig om te ademen. Bij gebrek leidt dit tot fysiologische stress waardoor de knollen bruine vlekken vertonen.
  • Te koude bewaring rond 2 à 4°C kan leiden tot verkleuring: door de stress gaan suikers zich ophopen en door oxidatie bruin worden.

Aardappelmoeheid

Wat is aardappelmoeheid?

Aardappelmoeheid herken je doordat een hele groep aardappelplanten ijler groeien of wegvallen zonder zichtbare reden. Bij twijfel graaf je best een plant uit en kijk je of er op de wortels witte of gele bolletjes gevormd zijn.

In de grond leven massa’s aaltjes; over het algemeen goede aaltjes maar ingeval van aardappelmoeheid is er een overdaad aan aardappelcystenaaltjes die de wortels infecteren. Hierdoor valt de bladgroei stil en gaan de onderste bladeren vergelen. In de cysten – die maar zo groot zijn als een speldenkop- leven de eieren en larven van de aaltjes. Eénmaal het aardappelcystenaaltje in de grond zit, kan je er jarenlang last van hebben.

Hoe aardappelmoeheid vermijden?

  • De beste remedie is de aardappel slechts om de 4 jaar op hetzelfde perceel te kweken dus voldoende aan vruchtwisseling doen.
  • Laat geen aardappelknolletjes achter in het perceel als je aardappelmoeheid hebt. De aaltjes kunnen hierop overleven.

Virusziekten op aardappels

Virussen zijn een belangrijk aandachtspunt tijdens de opkweek van pootgoed.

Er zijn verschillende virussen die aardappels kunnen treffen. De voornaamste soorten zijn het bladrolvirus, Y-virus, X-virus en A-virus. Deze tasten het loof aan. Er zijn ook een aantal virussen die zowel het loof als de knol besmetten. Het gaat dan onder andere om het tabaksratelvirus, mop-top virus en het tabaksnecrosevirus. . Een ouder gewas is minder vatbaar dan een jong gewas.

Virussen kunnen overgedragen worden door bladluizen, contact met de grond en via besmet pootgoed. Pootaardappelen die afkomstig zijn van besmette planten geven weer zieke planten. Meestal zijn de nakomelingen zelfs zieker dan de moederplant was. Planten kunnen zich niet herstellen van virussen.

Schade is zichtbaar door allerlei verkleuringen van het blad en leidt tot minder opbrengst.

De beste preventie is om met virusvrij gekeurd plantgoed te werken.