Pak pruimenmot en fruitmot preventief aan!
schadebeeld fruitmot pruimenmot

Pruimenmot en fruitmot hebben één gemeenschappelijk kenmerk: ze veroorzaken allebei wormstekigheid in vruchten, zij het wel in andere vruchten. De pruimenmot tast pruim, perzik, abrikoos en mirabellen aan. De fruitmot is één van de grootste schadebrengers in appelen en peren, maar tast ook walnoten aan.

Lees via deze blog hoe en wanneer je de strijd kan aangaan met deze beide motten. En dat op een biologische manier, helemaal gifvrij!

Preventie met feromoonvallen

Hoe langer hoe meer zijn de feromoonvallen bekend bij de hobbytuinder. Deze vallen bevatten een feromoon die de geur afgeeft van de vrouwelijke mot. De mannelijke motten, aangetrokken door de sexgeur van de wijfjes, worden dan in de val gelokt.

Meer info hierover vind je op onze website via: Deltaval Fruitmot en Deltaval Pruimenmot.

biogroei feromoonval fruitmot

De essentie van de feromoonval = op tijd ophangen!

De cruciale vraag is: wanneer vliegen de eerste pruimenmotten en fruitmotten uit? Het is namelijk de bedoeling dat we de feromoonvallen hangen voordat de eerste vlucht uitrukt. Als je de eerste weken niets vangt in je feromoonval, kan je gerust zijn…de vluchten zijn dan nog niet begonnen.

Als je echter de eerste dagen na het uithangen van de feromoonvallen al motten vangt, weet je dat de vluchten gestart waren en er dus bevruchting heeft plaats gevonden. Bevruchting leidt tot ei-afleg en dus wormstekigheid.

De temperatuur bepaalt de vluchtperiode

De pruimenmot en fruitmot kennen allebei een langgerekte eerste generatie. Wanneer hun vlucht start, hangt samen de temperatuur. In Frankrijk zullen de motten sneller uitvliegen dan in Nederland maar ook plaatselijk kunnen er nog duidelijke verschillen optreden.

Uit monitoring blijkt dat de vluchtperiodes in laatste 10 jaar langer zijn geworden. Door de opwarming van de aarde starten de vluchten dus vroeger én duren ze langer.

21 april is de vroegste vluchtdatum voor de fruitmot die in België werd gemonitord.

Waarschuwingssysteem

Wil je precies weten wanneer de motten in België beginnen te vliegen, schrijf je dan in op onze nieuwsbrief. We waarschuwen je via een nieuwsflash.

Bij hoge infectiedruk vinden de motjes elkaar sowieso!

Heb je een grote populatie fruitmot of pruimenmot in jouw tuin rond vliegen, dan gaan de mannetjes en vrouwtjes elkaar vinden op basis van het sexferomoon dat ze van nature uitscheiden. Dus ook als je een feromoonval hebt hangen, gaan ze elkaar vinden en paren. Op die manier lijkt de functie van de feromoonval te vervallen.

Dit is echter niet zo. In geval van een hoge populatie motten, moet je de eerste jaren zien als vangjaren. De populatie motten in je omgeving moet eerst dalen. Met de jaren ga je minder vangen en een steeds betere oogst hebben.

Heb je net appel- en perebomen geplant, hang dan een feromoonval zo vlug de bomen beginnen vrucht te dragen. Wacht dus niet dat het vol zit met fruitmot of pruimenmot!

Andere preventieve natuurlijke maatregelen tegen pruimenmot en fruitmot:

  • Hang mezenkasten op. Mezen die je tuin bewonen, kunnen ’s winters de overwinterende rupsen tussen het schors weg pikken. Mezen vangen trouwens veel meer larven o.a. ook deze van de buxusmot en de eikenprocessierups.
  • Hang ook vleermuizenkasten op: de vleermuizen gaan in het voorjaar de vliegende motten weg vangen.
  • mottenval zelf maken
  • Laat kippen onder je bomen scharrelen. Ook zij vinden de overwinterende larven en poppen lekker. Ook een mol – die niet graag gezien wordt in de tuin – voedt zich met larven en poppen.
  • Hang een potje met stro omgekeerd in de bomen om oorwormen aan te trekken. Oorwormen eten de larven van fruitmot en pruimenmot die zich in het beginstadium op de jonge vruchten bevinden.
  • Hang een band van golfkarton van minstens 10 cm, liefst 20 cm hoog rond de stammen van de fruitbomen om de larven die verpoppen in de schors weg te vangen. Doe dit van begin juni tot eind juli. De vroegste rupsen verpoppen nog hetzelfde jaar en geven een tweede generatie motten. De latere rupsen van de eerste generatie verpoppen pas het daaropvolgend jaar. De rupsen die voortkomen uit de tweede generatie motten, kunnen zich onvoldoende ontwikkelen en sterven af.

Ook interessant om te lezen: